Beelddenken
Anneke Bezem M.Sc.
Beelddenken
02/06/2023
4 min

Werkgeheugen is belangrijk bij leren.

02/06/2023
4 min

Werkgeheugen is belangrijk bij leren!

Wat is het werkgeheugen?

Het werkgeheugen is het vermogen om informatie waarmee je werkt goed vast te houden in je hoofd.
Werkgeheugen is belangrijk voor het leren op school.

Waar gebruiken  we ons werkgeheugen voor?

 In het dagelijks leven hebben we ons werkgeheugen onder andere nodig bij:

  • Instructies.
  • Rekenen;
  • Lezen en tekstbegrip;
  • Concentreren.

Dus kort informatie onthouden en verwerken.

Werkgeheugen en instructie.

Instructie aan bijvoorbeeld kinderen uit groep 3.

  • We stoppen met lezen, doe je boek maar dicht.
  • Leg je boek in je kastje.
  • Haal het rekenboek uit de kast.
  • Leg het rekenboek vast klaar op je tafel.
  • Pak je jas.
  • Ga in de rij staan.


Wat gebeurt er?

De kinderen krijgen 6 opdrachten. Grote kans dat het kind alleen de laatste twee opdrachten onthoudt en uitvoert. Hij pakt keurig zijn jas en gaat in de rij staan.

Dit is geen onwil. De eerste opdrachten zijn al verdwenen uit het werkgeheugen. Een zesjarige kan gemiddeld twee opdrachten onthouden in zijn werkgeheugen. Zijn werkgeheugen is volop in ontwikkeling.

Let op: we verwachten vaak te veel!

Werkgeheugen in de thuissituatie.

Het kan gebeuren dat je tegen je zoon van 6 jaar zegt: `Ga naar boven. Je gaat douchen en je tanden poetsen en je doet daarna je pyjama aan.`

Hierbij geldt hetzelfde. Je zoon komt waarschijnlijk in zijn pyjama met schone tanden naar beneden. Dit is geen onwil, maar het werkgeheugen kan nog niet zo veel opdrachten aan.

Werkgeheugen en rekenen.

In het werkgeheugen wordt informatie ook teruggeplaatst uit het langetermijngeheugen om te gebruiken tijdens bij een rekenbewerking. De term `werkgeheugen` is dus letterlijk te nemen. Om sommen te kunnen maken, moet informatie tijdelijk opgeslagen worden, totdat de opdracht voltooid is.

Getallen waarmee je rekent moet je in het werkgeheugen zien vast te houden. De getallen mogen niet ontglippen want dan mislukt de berekening.


Laten we eens kijken naar 7+5=?

Omdat de som over de tien gaat, `parkeert` het kind 7 in het werkgeheugen. Daarna zal het kind de 5 splitsen in 3 en 2. De splitsing van 3 en 2 `parkeert` het kind ook in het werkgeheugen. Dan gaat het kind rekenen met de `geparkeerde` getallen 7 + 3 = 10. De 2 stond er nog, dus 10 + 2 = 12.

Werkgeheugen en lezen en tekstbegrip.

We hebben het werkgeheugen nodig bij lezen. Wat gebeurt er tijdens het lezen?

Uit onderzoek is bekend dat de letterlijke tekst wordt opgeslagen in het werkgeheugen, totdat de betekenis is begrepen. De betekenis van de zin wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen. Daardoor is er weer ruimte voor een nieuwe zin in het werkgeheugen.

Het werkgeheugen kan dus gezien worden als een buffer.

Oogbewegingen bij lezen.

De ogen maken tijdens lezen oogsprongen. De ogen fixeren kort op een woord van de regel en springen dan naar een volgend woord. We noemen deze oogsprongen saccades.

 De ogen nemen alleen informatie op bij het fixeren en vrijwel niet tijdens saccades (oogsprongen). Deze informatie wordt verwerkt in het werkgeheugen.

Het kind leest een zin. Terwijl het kind leest, maken de ogen sprongen. Aan het eind van de zin komt pas het tekstbegrip, dan begrijpt het kind wat er in de zin staat.

Bij een zwak werkgeheugen zal een kind niet goed onthouden wat het leest. Dit uit zich onder andere in een zwak werkgeheugen.


Werkgeheugen en concentreren.

Het kan zijn dat gesproken taal slecht vastgehouden wordt in het werkgeheugen. Met name bij onze beelddenkers. De auditieve leeringang is zwak bij beelddenkers.

Dit geeft problemen met het volgen en onthouden van mondelinge uitleg van lesstof. Beelddenkers kunnen gesproken taal niet lang vasthouden.

Dit uit zich in het niet begrijpen van de lesstof. We zien dan een zwakke concentratie en denken dat de leerling niet oplet.

Werkgeheugen is essentieel bij leren.

Het werkgeheugen vormt dus het centrale deel van het leerproces en is het deel waar we spelen met herinneringen en beelden uit het langetermijngeheugen.

Hoeveel items kan het werkgeheugen aan?

Een volwassenen kan gemiddeld 7 items in de gewone volgorde onthouden voor 20 seconden. Bij het van achter naar voren kan een volwassenen gemiddeld vier of vijf items onthouden.

Werkgeheugen en clusteren.

Let op als we clusteren kun je meer onthouden. Denk maar aan een telefoonnummer.

 Onthoud maar eens: 06 1 6 8 0 6 0 99… dat is lastiger dan: 06 16 80 60 99.

Werkgeheugen op jonge leeftijd onderzoeken.

Het is handig om op zeer jonge leeftijd naar het werkgeheugen te kijken.

Bij een goed ontwikkeld werkgeheugen mogen we verwachten dat het leren op school makkelijker gaat.

Werkgeheugen en hoogbegaafdheid.

Een hoogbegaafd kind heeft een goed ontwikkeld werkgeheugen. Dit kan zijn werktempo verlagen omdat het kind zoveel keuzemogelijkheden heeft en deze keuzes één voor 'één `afloopt`.

Leren is niet alleen afhankelijk van de ontwikkeling van het werkgeheugen.

Bijvoorbeeld bij rekenen zien we vaak dat het kind faalangst heeft ontwikkeld. Rekenen en faalangst gaan niet goed samen. Dan kan het werkgeheugen goed ontwikkeld zijn maar de faalangst zit in de weg. Ga dan eerst met de faalangst aan de slag.

Bij lezen bijvoorbeeld is een goed ontwikkeld werkgeheugen nodig. Maar als de ogen niet soepel samen werken, zal het lezen niet goed lukken. Laat ook eens naar de samenwerking van de ogen kijken.

Dus kijk naast het werkgeheugen ook naar:

Faalangst

Oog-samenwerking

Cognitieve leerstijl (Beelddenken of Taaldenken)


Oefeningen om Werkgeheugen te verbeteren.

De oefening kan zowel klassikaal worden gedaan op school als in de thuissituatie met de ouders.

Oefening 1. KOUD – HEET – NIETS

De leerkracht/ouder zegt een aantal woorden achter elkaar. Probeer de snelheid er in te houden. Snelheid vraagt meer van het werkgeheugen.

Op elk woord reageert het kind met koud, heet of niets.

Bijvoorbeeld ijs, het kind zegt KOUD.

  • kachel > heet
  • zon > heet
  • tafel > niets
  • regen > koud
  • thee > heet ... enz.

Variatie: Bij deze oefening laat je balansoefeningen doen, zoals op één been of kruislopen (op de minitrampoline).

Oefening 2. fruitmand

Ik vul mijn fruitmand met:

1e persoon zegt appel

2e persoon zegt appel - peer

3e persoon zegt appel - peer - meloen ... enz.

Meer weten over werkgeheugen en een geheugentest leren afnemen? We bieden de e-learning Werkgeheugen en Leren aan.

Anneke Bezem

Categorieën