Leren; hoe leert een beelddenker vanuit zijn talenten
Hoe leert een Beelddenker vanuit zijn talenten?
Een beelddenker wil wel leren, maar weet vaak niet hoe.
Wat is leren?
Om te kunnen leren maken we gebruik van ons geheugen. Het geheugen is een systeem dat informatie opslaat, herkent en weer oproept. Zonder het geheugen kunnen we niet zien, luisteren of denken. Maar zonder het geheugen kunnen we ook niet leren. We maken gebruik van het kortetermijngeheugen en het langetermijngeheugen.
Het kortetermijngeheugen
De naam zegt het al, het kortetermijngeheugen kan informatie kort vasthouden. Je kunt ongeveer 20 seconden de dingen onthouden. En gemiddeld genomen kan het kortetermijngeheugen ongeveer 7 eenheden vasthouden.
Laten we eens kijken naar het onthouden van een telefoonnummer dat je opzoekt. Je kunt dan kort ongeveer 7 cijfers onthouden. Wat wij van nature doen is de cijfers clusteren tot bijvoorbeeld 4 eenheden. Het kort onthouden van een telefoonnummer wordt dan al makkelijker.
Voorbeeld:
Het telefoonnummer 06 81984390 bestaat uit 8 cijfers en 06 er voor. Dat zijn behoorlijk wat eenheden om kort te onthouden. In elke geval moet je de eenheden onthouden totdat je het nummer hebt ingetoetst. Gaan we het telefoonnummer clusteren in bijvoorbeeld 06 81 98 43 90, dan hebben we 4 eenheden plus 06. Dit is al veel makkelijker te onthouden.
Het langetermijngeheugen
In het langetermijngeheugen kun je informatie lang opslaan. Het doel van dit geheugensysteem is om informatie op te slaan.
Het is dus belangrijk om lesstof in het langetermijngeheugen te krijgen. We kennen vier mogelijkheden om lesstof in het langetermijngeheugen te krijgen.
Vier mogelijkheden om lesstof makkelijker te onthouden
Informatie komt eerst binnen in het kortetermijngeheugen. Pas daarna kan de informatie `doorschuiven` naar het langetermijngeheugen.
Dat gebeurt op vier manieren:
- Herhalen van de leerstof.
- Bijzonder maken van de leerstof.
- Emotie koppelen aan de leerstof.
- Gebruik minimaal drie leeringangen.
Herhalen van de leerstof.
Onderzoek heeft uitgewezen dat we de lesstof minimaal 200 keer moeten herhalen om de lesstof te kennen. Dat vindt geen leerling leuk! Deze manier wordt nog steeds veel toegepast in het onderwijs. Rijtjes opdreunen, tafels opdreunen, opschrijven en veel herhalen. Een leerling raakt niet echt gemotiveerd door het (200 x) opdreunen van een tafel.
Bijzonder maken van de leerstof.
Als we iets bijzonders aan de lesstof koppelen, maken we het geheugen `wakker`. Door informatie bijzonder te maken, krijgt de leerstof aandacht. Aandacht dwingt de betrokken neuronen in het brein om vaker af te gaan. Hoe vaker neuronen afgaan, hoe sterker de verbindingen met de andere neuronen worden. We kunnen informatie beter onthouden en oproepen. Je maakt leerstof bijvoorbeeld bijzonder als je er een rijmpje aan koppelt. Bijvoorbeeld: `Delen door nul is flauwekul!`
Of je koppelt aan een woord een associatiebeeld, daardoor wordt `gewone` informatie opeens opvallend en betekenisvol.
Het koppelen van een associatiebeeld aan leerstof sluit prima aan bij de talenten en manier van informatieverwerking van een beelddenker.
Emotie koppelen aan de leerstof.
Emotionele ervaringen worden makkelijker in het geheugen opgeslagen. Dit wordt veroorzaakt doordat emotie de aandacht versterkt. Emoties als verdriet, angst, boos of blij zorgen ervoor dat de opgedane prikkels direct doorschieten naar het langetermijngeheugen. Denk maar eens aan een klein kind dat niet aan de kachel mag komen van zijn moeder. Het kind voelt toch aan de kachel. `Au!` Zijn moeder heeft gelijk, hij vergeet het nooit meer.
Probeer emotie te koppelen in lessituaties, onder andere door beeld. Pak natuurlijk wel positieve emoties. Want trauma`s ontstaan ook vanuit dit principe, vanuit negatieve emoties, zoals de mildere vorm van trauma: faalangst.
Gebruik zoveel mogelijk leeringangen, minimaal drie.
Dit betekent: bied leerstof visueel (ogen) èn auditief (oren) èn kinesthetisch (doen) aan.
Op deze manier legt de leerling stevige verbindingen aan in het brein. Èn je sluit aan met lesgeven bij de beelddenker , de taaldenker en het kind dat leert door te doen.
De beelddenker zal door het aanbieden van drie leeringangen zijn sterke leeringang, het visuele, kunnen benutten en zijn zwakke leeringang, het auditieve, leren ontwikkelen en versterken.
Voorbeelden van de leerstof eigen maken met verschillende leeringangen en de leerstof bijzonder maken heb ik beschreven in de blogs `Tafels leren in beweging` en `Tafel in beeld zetten`.
Oefeningen om het kortermijngeheugen te versterken
`Ik ga op reis en neem mee.`
Voor veel mensen een bekende oefening: `Ik ga op reis en neem mee.`
Hoe gaat de oefening?
We doen deze oefening met een aantal kinderen. De leerkracht/ouder zegt: `Ik ga op reis en neem mee….koffer…`
Eerste kind zegt: `Ik ga op reis en neem mee…pet…koffer…`
Tweede kind zegt: `Ik ga op reis en neem mee…snorkel…koffer…pet…`
Derde kind zegt: `Ik ga op reis en neem mee…zonnebril…koffer…pet…snorkel…`
Enz.
`Kabouter Kees aankleden.`
Hoe gaat de oefening?
We doen de oefening met een aantal kinderen.
De leerkracht/ouder zegt: `We gaan Kabouter Kees aankleden.` De leerkracht tekent een grote `kale` Kabouter Kees op het bord of op een groot vel papier. `We gaan Kabouter Kees kleding aangeven en je mag zelf de kleur bepalen.`
De leerkracht/ouder start: `Kabouter Kees heeft een rode muts…`
Eerste kind zegt: `Kabouter Kees heeft een rode muts en groene sokken…`
Tweede kind zegt: Kabouter Kees heeft een rode muts en groene sokken en een blauwe trui…`
Derde kind zegt: `Kabouter Kees heeft een rode muts en groene sokken en een blauwe trui en gele handschoenen…`
Ter ondersteuning tekent de leerkracht/ouder de kleding die Kabouter Kees aankrijgt op de `kale` Kabouter Kees.
TIP: Dit zijn ook leuke oefeningen in de auto of trein tijdens een reis.
Ik wens jullie veel leerplezier!
Anneke Bezem