Zelfvertrouwen door juiste feedback
Juiste feedback geeft onze Beelddenker meer zelfvertrouwen.
We zien dat veel Beelddenkers weinig zelfvertrouwen hebben of zelfs faalangst ontwikkelen.
Hoe komt het nu dat een Beelddenker gevoeliger is voor faalangst?
Een Beelddenker verwerkt zijn informatie anders.
Beelddenkers leren vanuit het geheel al associërend naar het antwoord of de oplossing. Dit is niet een proces dat netjes op volgorde gaat. Dit is een associatief, chaotisch proces. Een Beelddenker heeft dus duidelijke structuren en kaders nodig om het overzicht in zijn chaotisch wereld te houden.
Leerlingen die beelddenken gebruiken om hun informatie te verwerven en verwerken hebben het vaak lastig binnen ons talige onderwijs. Binnen ons talige onderwijs wordt stap voor stap naar de oplossing gewerkt. Een manier van informatie verwerken die netjes op volgorde verloopt.
Binnen ons onderwijs wordt veel nadruk gelegd op volgorde en details en het verwerken van seriële informatie. Dit is nu juist de manier van denken dat voor beelddenkers lastig is. Details onderscheiden is moeilijk voor een beelddenker. Een beelddenker zoekt overeenkomsten vanuit het geheel. Een beelddenker zoekt niet naar verschillen.
Omdat het onderwijs niet goed aansluit bij hun manier van informatie verwerken, verliezen zij hun zelfvertrouwen en ontwikkelen Beelddenkers vaak faalangst.
Het lukt een beelddenkend kind niet goed meer om onder stress zijn voorkeursdenken te hanteren; vanuit het Beelddenken. Hij wordt gedwongen door de stress zich op de details te richten. Het kind blokkeert nog meer… De faalangst is ontstaan!
Wat is faalangst?
Faalangst is de angst om te mislukken in situaties waarin iemand wordt beoordeeld of denkt te worden beoordeeld. En die angst werkt belemmerend.
Faalangstige kinderen denken vaak aan mislukken. Dit bepaalt hun denken. `Ik ben dom.`
`Krijg ik mijn toets wel af?!`
`Ik zal wel weer een onvoldoende halen! `
`Als ze maar begrijpen wat ik zeg!`
Een Beelddenker communiceert anders
Omdat een Beelddenker anders communiceert voelt hij zich vaak onbegrepen en `anders`. Als een Beelddenker een verhaal vertelt, bevindt hij zich in het beeld en als de taaldenker een verhaal vertelt, kijkt hij tegen een beeld.
Hoe vertelt een taaldenker zijn verhaal?
Als de taaldenker iets wil vertellen, stelt hij zich een plaatje voor van een situatie.
De taaldenker kijkt tegen een beeld aan. Dat beeld geeft hem de steun om een verhaal netjes op volgorde te vertellen, doordat het denkproces stap voor stap verloopt, netjes van het begin tot het eind.
Dus: Een taaldenker visualiseert een beeld waar hij tegenaan kijkt als geheugensteun om iets te vertellen. Hij bedenkt het plaatje bij zijn woorden.
Hoe vertelt een beelddenker zijn verhaal
De beelddenker bevindt zich in zijn beeld. Om zijn ruimtelijk beeld te kunnen verwoorden moet hij zichzelf buiten het beeld/gebeuren plaatsen. De beelddenker bekijkt het beeld en verwoordt dan wat hij `ziet’. Dat is niet een verhaal op tijd en volgorde, maar het is een chaotisch verhaal. Dit gebeurt omdat het denkproces door de associatiebeelden chaotisch verloopt; niet netjes met een kop en een staart.
Dus: Een beelddenker staat in het beeld en zet zich dan buiten het beeld om de zaak te verwoorden. De beelden is de enige mogelijkheid om tot de juiste woorden te komen. Hij moet de woorden bij het plaatje zoeken. Dit kost tijd en veel concentratie.
Hoe kunnen we als ouder de Beelddenker thuis ondersteunen om meer zelfvertrouwen te ontwikkelen?
We kunnen onze Beelddenker ondersteunen door de juiste feedback te geven.
Op de juiste manier feedback geven is heel belangrijk. Door op de juiste manier feedback te geven, ontwikkelt een kind zelfvertrouwen en leert het kind zijn sterke en zwakke kanten kennen. Dit is belangrijk om krachtiger in het leven te staan.
Wat is feedback
Feedback betekent reageren op wat iemand gezegd of gedaan heeft.
Het moet duidelijk zijn dat ieder kind zijn eigen talenten en tekortkomingen heeft. Een kind moet leren beseffen dat ieder mens uniek en waardevol is.
Door geef je de juiste feedback?
De manier waarop feedback wordt gegeven is heel belangrijk voor dit proces om als kind STERKER in de wereld te staan. Het kind leert: `Ik mag zijn wie ik ben!`
Hoe kun je de juiste feedback?
Je kunt op vier manieren feedback geven.
Je kunt zowel negatieve feedback als positieve feedback geven. Zowel de negatieve als de positieve feedback kun je verdelen in taakgerichte feedback en persoonsgerichte feedback.
Taakgerichte feedback
Taakgerichte feedback is een reactie die alleen gericht is op de gedane taak. Een positieve reactie op een taak is bijvoorbeeld: `Deze opdracht heb je goed gedaan.`
Een negatieve reactie op een niet goed uitgevoerde taak kan zijn:
`Deze opdracht heb je niet zo goed gemaakt.`
Persoonsgerichte feedback
Persoonsgerichte feedback is een reactie die gericht is op de persoon. Het is belangrijk dat persoonsgerichte feedback altijd positief is.
Bij positieve persoonsgerichte feedback laat je het kind in zijn waarde. Positieve persoonsgerichte feedback is bijvoorbeeld: `Je bent altijd erg behulpzaam.`
Negatieve reactie op de persoon kan bijvoorbeeld zijn: `Wat ben je vervelend!`
Nee… het kind is niet vervelend, zijn gedrag is vervelend. Dus benoem zijn gedrag.
Zeg bijvoorbeeld: `Ik vind je gedrag vervelend!`
Probeer negatieve persoonsgerichte feedback om te zetten van de persoon naar het benoemen van het gedrag.
De boodschap komt nu duidelijk over en je laat het kind in zijn waarde.
Evenwicht
Vind een evenwicht tussen positieve en negatieve reacties. Te veel negatieve reacties maken het kind onzeker met als gevolg de reactie: `Ik doe toch nooit iets goed!`.
Maar door te veel positieve reacties wordt het kind onbedoeld onder druk gezet. Hij zal denken dat hij geen fouten mag maken.
Reageer in eerste instantie positief op het kind als hij iets zegt of heeft gedaan. Daarna kan er negatieve taakgerichte feedback volgen. Het is de bedoeling dat het kind iets leert van deze negatieve taakgerichte feedback.
Structuur aanbrengen
Bied als ouder of leerkracht structuur en duidelijke kaders. Structuur is belangrijk in de chaotische wereld van een Beelddenker. Dit geeft het kind houvast en daardoor meer zekerheid.
De faalangst zal verminderen.
Succeservaringen
Zorg dat de Beelddenker `succeservaringen` heeft, zo neemt de onzekerheid af en het enthousiasme toe. Een gestructureerde begeleiding zowel thuis als op school, waarvan de Beelddenker zelf de resultaten kan zien, werkt motiverend en zal de inzet vergroten.
Je mag fouten maken
Het is heel belangrijk dat een kind weet dat het fouten mag maken.
Let erop dat accepteren niet afhankelijk gemaakt wordt van presteren.
Je bent wie je bent. En dat is goed.
Laat duidelijk merken dat het kind waardevol is en dat je van hem houdt ook bij minder positieve prestaties. Het kind hoeft niet perfect te zijn! Het kind mag zijn wie het is!
Ben je geïnteresseerd in de e-learning STERKerSTAAN Coach? Ontdek wat de opleiding inhoudt.
Ben je benieuwd of jij last hebt van faalangst? Doe de test.
TIP: Je kunt deze test ook door leerlingen in de klas laten maken.