Iedereen kan toch beelddenken

Iedereen kan toch beelddenken?

Dat lijkt misschien zo. Maar er is een verschil tussen beelddenken en beeldvormen.

Wat is Beelddenken?

Onder beelddenken verstaan we een denkproces dat informatie verwerkt. Een beelddenker doet dat in eerste instantie zonder woorden. Om zijn denken/beelden te kunnen overbrengen, moet een beelddenker gebruik maken van taal. Dat is verwoorden achteraf, de beelddenker probeert zijn beeld in woorden uit te leggen.
Een beelddenker denkt in beelden als enige mogelijkheid om tot de juiste woorden te komen. Hij moet de woorden bij het plaatje zoeken. Als een beelddenker bewust het beeld van een huis oproept, zullen er andere associatiebeelden als de rode bank, de hond op zijn kleed, enz. verschijnen. Een beelddenker bevindt zich in het beeld. De beelddenker kan in en om het huis lopen in gedachte. Het vertalen van beeld naar taal kost tijd en veel concentratie.

Wat bedoelen we met beeldvormen?

Beeldvormen of anders gezegd visualiseren is alleen een eindgebeuren en niet het denkproces zelf. Een taaldenker zal zeggen: `Ik kan ook een beeld voor me zien.` Ja dat klopt, dat noemen we beeldvormen. Een taaldenker denkt in woorden en begrippen en vormt beelden als geheugensteun om iets te vertellen. Hij bedenkt het plaatje bij zijn woorden.
Een taaldenker visualiseert bijvoorbeeld een huis en kijkt tegen het beeld van een huis aan.

Samengevat kunnen we zeggen:

Een Beelddenker bevindt zich in het beeld.
Een beelddenker beweegt zich in en om het beeld. Het beeld is het denkproces van de beelddenker. Het verwoorden gebeurt achteraf.

Een taaldenker kijkt tegen het beeld.
Een taaldenker zoekt een beeld als steun voor zijn taal. Het denkproces gebeurt met taal.

Verschillen in communicatie tussen beelddenkers en taaldenkers zijn:
Taaldenkers denken voornamelijk vanuit structuren, details en woorden.
Beelddenkers werken voornamelijk vanuit associaties, gehelen en beeld.
Hetzelfde onderwerp wordt dus op verschillenden manieren benaderd. En daarom ontstaan er misverstanden op het gebied van communicatie.

Misverstanden 

Deze verschillen in denkprocessen kunnen misverstanden veroorzaken. `We spreken elkaars taal niet!`
Dit leidt tot miscommunicatie. We zien deze miscommunicatie vaak ontstaan op de werkvloer!

communicatie op de werkvloer

Beelddenken op de werkvloer

Je hebt misschien wel collega’s die direct een oplossing hebben voor een probleem. Maar bij de vraag: `Kun je dat even op papier zetten?`, wordt het een probleem. Die collega `ziet` de oplossing. Hoe kan hij dat netjes met een kop en een staart stap voor stap op papier zetten?

En de oplossing blijft `hangen`. Dit zijn de personen die als voorkeursdenken het beelddenken hebben. Deze personen lopen vaak vast in onbegrip voor hun werkwijze. Liever maatwerk dan methodisch werken. Binnen organisaties blijkt hier weinig tot geen ruimte voor te zijn.

De beelddenker slaat stappen over.

Doordat een beelddenker alles vanuit gehelen `bekijkt` en het resultaat voor ogen heeft, slaat hij in de communicatie stappen over. Het is lastig om het kant en klare beeld duidelijk en gestructureerd te verwoorden naar zijn collega.

Hoe kunnen we taaldenkers en beelddenkers dezelfde taal laten spreken?

Allereerst is het belangrijk dat er (h)erkenning is voor beide verschillende manieren van denken. Beide manieren hebben hun sterke kant. Laten we samenwerken en elkaars talenten benutten.

Een beelddenker `ziet` creatieve oplossingen bij ingewikkelde problemen. De taaldenker kan het hele idee stap voor stap gestructureerd uitwerken op papier. Dit vereist duidelijke communicatie met elkaar.

iedereen kan toch beelddenken

Wat helpt bij duidelijke communicatie?

  • Ten eerste respect voor elkaars denkvoorkeur.
  • Goed actief luisteren. Dit betekent: tussen de regels door `horen`, wat er niet wordt gezegd.
  • Vraag door bij onduidelijkheden.

Oneindig veel mogelijkheden

Elkaars taal proberen te begrijpen en `spreken` schept oneindig veel mogelijkheden…

Gebruik een mindmap

Hoe lossen we een gesprek tussen een taaldenker en een beelddenker op? En dan bedoel ik gesprekken op de werkvloer bij problemen en innovaties of een gesprek met studenten of leerlingen om een gezamenlijk project te starten.
Noteer het gesprek in een mindmap. Op deze manier kan er associatief worden gewerkt. Aan het einde van het gesprek kan er een volgorde en tijdspaden worden aangebracht vanuit het geheel en de associaties. Zo benutten we de talenten van zowel het creatieve, snelle, associatieve van de beelddenker als het geordende, op volgorde zetten van de taaldenker. Dan is 1+1 geen 2!

Denk daarbij niet alleen aan de mensen op de werkvloer, maar ook in relaties tussen mensen, bij de studenten en docenten en leerlingen en hun leerkracht.

Ik wens je mooie communicatie met begrip voor elkaars denkvoorkeur!

Anneke Bezem