Het beeld verwoorden in je hoofd is lastig voor beelddenkers
08 november 2020 

Het beeld verwoorden in je hoofd is lastig voor beelddenkers

Het beeld in je hoofd verwoorden is lastig voor beelddenkers.

Communicatie is zwak bij een beelddenker. Het is lastig voor een beelddenker om het beeld in zijn hoofd te verwoorden. De beelddenker voelt zich vaak onbegrepen. Dit komt doordat een beelddenker het verhaal niet netjes op volgorde vertelt. Het wordt vaak een verhaal zonder begin en einde.

Communicatie is lastig

Deze week kreeg ik onderstaande mail binnen.
`Communicatie is lastig voor mijn kinderen, zoals een verhaal vertellen. Ik ben zelf beelddenker. Samen met mijn vrouw hebben wij drie kinderen in de basisschool leeftijd (onderbouw en bovenbouw) Ik heb een vermoeden dat mijn kinderen beelddenkers zijn. Wat bijvoorbeeld lastig is voor ze, is het onder woorden brengen van een onderwerp voor het maken van een werkstuk. Dit kost ze best veel moeite. Het resultaat is een kort en weinig samenhangend verhaal. Hetzelfde geldt voor het schrijven van een opstel.`

Bovenstaande klopt. Een beelddenker vindt het lastig om een verhaal op volgorde te zetten bij werkstukken en opstellen. Op volgorde van tijd past niet bij beelddenken.

Associatieve denken

Op volgorde van tijd lukt een beelddenker niet door het associatieve denken. Associatief denken is niet netjes op volgorde. Het ene beeld volgt het andere beeld associatief op. Dit is een snel maar ook chaotisch proces. Dit proces gebeurt niet netjes op tijd en volgorde.

Beelddenken is verwoorden achteraf

Onder beelddenken verstaan we een denkproces dat informatie verwerkt. Een beelddenker doet dat in eerste instantie zonder woorden. Om zijn denken in beelden te kunnen overbrengen, moet een beelddenker gebruik maken van taal. Dat is verwoorden achteraf, de beelddenker probeert zijn beeld in woorden uit te leggen.

Samengevat kunnen we zeggen: Een beelddenker beweegt zich in en om het beeld. Het beeld is het denkproces van de beelddenker. Het verwoorden gebeurt achteraf.

Beeld verwoorden in hoofd

Vertalen van beeld kost tijd en concentratie

Een beelddenker denkt in beelden als enige mogelijkheid om tot de juiste woorden te komen. Hij moet de woorden bij het plaatje zoeken. Als een beelddenker bewust het beeld van een huis oproept, zullen er andere associatiebeelden als de rode bank, de hond op zijn kleed, enz. verschijnen.  Het vertalen van beeld naar taal kost tijd en veel concentratie.

Hoe verwoordt de beelddenker zijn beeld?

De beelddenker bevindt zich in zijn beeld. Om zijn ruimtelijk beeld te kunnen verwoorden moet hij zichzelf buiten het beeld/gebeuren plaatsen. Hij bekijkt het beeld en verwoordt dan wat hij `ziet’. De beelddenker vertelt vaak een chaotisch verhaal omdat het denkproces door nieuwe associatiebeelden chaotisch verloopt; niet netjes op volgorde in de tijd.

Verhaal vertellen of opschrijven is lastig

Een beelddenker vindt het lastig om een verhaal te vertellen of op te schrijven. Bijvoorbeeld een opstel schrijven over een schoolreisje. Het verhaal heeft vaak geen kop en staart. Het verhaal wordt chaotisch verteld. De beelddenker begint vaak midden in het verhaal te vertellen.

Hoe vertelt de beelddenker bijvoorbeeld over schoolreisje?

Moeder vraagt bijvoorbeeld na het ophalen van haar zoon of dochter na een schoolreisje naar Artis: `Hoe was het vandaag?`
De beelddenker ziet in gedachten de bus voor school, maar er volgen meteen associatie beelden zoals: de ingang van de dierentuin > lekkere kadetjes speciaal voor schoolreis > de aap kreeg een banaan > tijgers aten rauw vlees > tijgers vochten om het vlees in de dierentuin. De beelddenker vertelt aan moeder: `De tijgers gingen vechten`. Voor de beelddenker volstrekt duidelijk en mama kan het even niet plaatsen.
De beelddenker krijgt vanuit het geheel verschillende associaties om tot een eindconclusie of antwoord te komen. In dit geval: `Het was een leuk schoolreisje!` Daardoor wordt het een verhaal van de hak op de tak, associatief verteld. Een beelddenker heeft meer tijd nodig om het beeld in zijn hoofd te verwoorden. Hij moet het beeld omzetten in taal en dat kost tijd.

beelddenken en taaldenken

Hoe kunnen we de beelddenker nu ondersteunen om een verhaal op volgorde te schrijven?

Wij gebruiken daar onder andere de associatieketting voor. De associatieketting geeft de mogelijkheid om structuur aan te brengen in het associatieve denken van de beelddenker.

Hoe gaat de oefening associatief denken?

Laten we het voorbeeld van het schoolreisje nemen.
De beelddenker krijgt de opdracht een opstel over het schoolreisje te maken.

Schoolreisje naar Artis

Janneke is op schoolreisje naar Artis geweest.
De leerkracht laat elke leerling een opstel schrijven over het schoolreisje naar Artis.
Voor het schrijven van een opstel over een schoolreisje maakt Janneke gebruik van een associatie ketting.
Omdat Janneke haar beelddenken als eerste manier gebruikt om te werken, heeft zij geleerd om met deze techniek orde in haar associatiebeelden te scheppen. In de eerste instantie wordt het een chaotisch verhaal omdat zij van de ene associatie in de andere associatie terecht komt. Er zit geen lijn in het verhaal. Janneke heeft ook meer tijd nodig om de beelden in haar hoofd te kunnen omzetten naar taal. Beelden omzetten in taal kost tijd.

Hoe werkt de associatie ketting?

Janneke start met het maken van een associatie ketting. Dit is de manier van denken dat bij haar past. Zij kan nu vrijuit denken.
Janneke schrijft al associërend een ketting van woorden op die in haar opkomen naar aanleiding van het schoolreisje naar Artis. Bijvoorbeeld:

Zij schrijft de associatie ketting: artis → beer → giraf → woensdag → bus→ enz…

Daarna gaat Janneke orde aanbrengen in het associatieverhaal.
Zij onderstreept de woorden. Dan zet zij onder elk woord een nummer; de woorden worden op volgorde van de tijd, waarin de dingen die dag gebeurde, genummerd.
Janneke heeft nu een structuur voor zichzelf aangebracht om een chronologisch verhaal op te kunnen schrijven: We gingen woensdag met de bus op schoolreisje naar Artis. Artis is een dierentuin waar ik de beer en de giraf het leukste vond. Enz.

Beelddenkers hebben behoefte aan structuur en kaders om zichzelf niet te verliezen in hun chaotische, associatieve wereld!

Veel succes met onze creatieve, ondernemende beelddenkers!

Anneke Bezem