Zeven één minuut beweeg-oefeningen voor in de klas

Zeven één minuut beweeg-oefeningen voor in de klas

Met deze één minuut beweeg-oefeningen zullen kinderen effectiever en krachtiger leren en… leren wordt leuker!

Waarom beweeg-oefeningen tussen de schooltaken is niet alleen effectief voor beelddenkers, maar voor alle leerlingen?

De één minuut beweeg-oefeningen richten zich op een goede samenwerking tussen de beide hersenhelften, zodat beide cognitieve stijlen, beelddenken en taaldenken, optimaal kunnen samenwerken. Een beelddenker heeft de samenwerking met de taal nodig. En omgekeerd heeft een taaldenker de samenwerking met beelden nodig.

De hersenen van een mens.

De hersenen van de mens zijn het meest ingewikkelde orgaan. Er wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werking van de hersenen. Ondanks deze onderzoeken weten we nog maar een gedeelte van hoe de hersenen werken.

Hoe is de indeling van de hersenen?

We kunnen de hersenen globaal verdelen in:

  • de hersenstam
  • het limbisch systeem
  • de grote hersenen.

De grote hersenen

De grote hersenen zijn te verdelen in twee helften; de linker- en de rechterhersenhelft. Deze twee hersenhelften worden met elkaar verbonden door het Corpus Callosum; de hersenbalk. De hersenbalk bevat ongeveer 200 miljoen zenuwuitlopers. Door deze hersenbalk kunnen de hersenhelften informatie met elkaar uitwisselen. De hersenbalk heeft de vorm van een uitgerekt hoefijzer en is bij vrouwen dikker dan bij mannen.

Corpus Callosum

De linker- en rechterhersenhelft

De linker- en rechterhersenhelft hebben ieder hun eigen specifieke eigenschappen. Om deze eigenschappen optimaal te kunnen benutten, moeten de beide hersenhelften goed samenwerken. Deze links-rechts-coördinatie, zoals we de samenwerking tussen beide hersenhelften noemen, is belangrijk bij het verrichten van dagelijkse dingen, zoals lopen, kijken, schrijven, lezen en leren.

Beelddenken en taaldenken; twee cognitieve stijlen die op een eigen manier informatie verwerven en verwerken

In de wetenschap noemen we beelddenken de visuele cognitieve stijl en taaldenken de verbale cognitieve stijl. Twee cognitieve stijlen die anders leren en denken.

Een cognitieve stijl geeft de manier aan waarop mensen denken, leren, waarnemen, informatie verwerken en problemen oplossen. Een cognitieve stijl is een onderdeel van je persoonlijkheid. Dat krijg je mee bij de geboorte.

Hoe verwerkt een beelddenker zijn informatie?

Beelddenkers werken vanuit het geheel al associërend naar het antwoord met een voorkeur voor beelden.
Beelddenken werkt voornamelijk vanuit de rechterhersenhelft, maar heeft wel degelijk de linkerhersenhelft nodig om optimaal te functioneren. Met name beelddenkers zullen veel effectiever leren vanuit beweging.

Hoe verwerkt een taaldenker zijn informatie?

Taaldenkers werken netjes stap voor stap op een analytische manier naar het antwoord met een voorkeur voor taal.
Taaldenken werkt voornamelijk vanuit de linkerhersenhelft, maar heeft de rechterhersenhelft nodig om optimaal te functioneren.

Door bewegen werken de hersenhelften beter samen

Door middel van de één minuut beweeg-oefeningen kunnen de beide hersenhelften worden getraind om beter samen te werken. Het ene kind zal hier wat meer moeite mee hebben, dan het andere kind. De één heeft namelijk van nature al een goed gecoördineerde samenwerking tussen beide hersenhelften, terwijl de ander daar van jongs af aan al problemen mee ondervindt.

Het doen van de oefeningen is echter voor iedereen nuttig: je traint je hersenen, je leert de beide hersenhelften samenwerken en daardoor werkt jouw voorkeur voor één van de cognitieve stijlen optimaal.

Hoogleraar Erik Scherder

Hoogleraar bewegingswetenschappen Erik Scherder: `Bewegen is niet alleen goed voor conditie, maar ook voor cognitie!`

Leren vanuit beweging laat faalangst verdwijnen

De blokkade op leren die bij veel beelddenkers aanwezig is, veroorzaakt vaak faalangst/onzekerheid. Door de betere samenwerking van beide hersenhelften verdwijnt de blokkade en voelt het kind zich meer in balans.

Wat gebeurt er bij een zwakkere samenwerking tussen beide hersenhelften?

Kinderen die een een zwakkere samenwerking tussen de linker- en rechterhersenhelft hebben, hebben een minder ontwikkeld coördinatievermogen. Dit kan zich uiten in een verminderd vermogen tot het gebruiken van lees- en leercapaciteiten.

Dit is op zich geen lichamelijke afwijking. Het is een verschijnsel dat ontstaat omdat er geen vanzelfsprekende samenwerking bestaat tussen de linker- en de rechterhersenhelft onder stressvolle omstandigheden.

De samenwerking van de hersenhelften zorgt er namelijk voor dat je overzicht houdt over alles wat zich in het leven afspeelt. Om overzicht te krijgen (en te houden) is het noodzakelijk dat onze links-rechts-coördinatie optimaal is.

Door (korte) beweeg-oefeningen benutten we de leercapaciteiten van de kinderen.

Het is aan te raden om met kinderen dagelijks oefeningen te doen, die de samenwerking tussen de linker- en rechterhersenhelft bevorderen.

De oefeningen kunnen preventief ingezet worden, zodat het kind al zijn leercapaciteiten kan benutten.

De oefeningen kunnen ook curatief gebruikt worden als er blokkades zijn ontstaan door leerproblemen en/of faalangst.

Zeven één minuut beweeg-oefeningen voor in de klas.

De poes wordt wakker.

Zeg: `Ga maar staan… De poes wordt wakker….. en rek je eens lekker uit, zoals een poes… Je armen strek je één voor één uit… daarna strek je je benen één voor één uit. En geeuw maar eens flink… laat de geeuw maar horen!`

De aap laat zich horen

Zeg: `Ga stevig op beide benen staan en zet de benen iets uit elkaar. Trommel nu met beide vuisten op je borst als een aap en roep: oe, oe, oe…`

Orkest

De leerkracht zet muziek op. Zegt dan: `Ga stevig staan met de benen iets uit elkaar.Luister eens naar muziek. Je bent de dirigent. Dirigeer jouw denkbeeldige orkest met kleine bewegingen, grote bewegingen, snelle bewegingen, langzame bewegingen…`

Variatie:

Elk kind bespeelt in fantasie zijn eigen muziekinstrument. Eén kind is de dirigent en dirigeert het hele `orkest`.

Regenmassage

Zeg: `Het regent. Je vingers zijn de regendruppels. De regendruppels vallen op je hoofd. Je klopt met de vingertoppen zachtjes en ritmisch op je hoofd.

Daarna je gezicht, je hals, je schouders, je armen enz. Je laat het hele lichaam `nat worden`.

Wakker schudden

Zeg: `Ga stevig staan met iets gespreide benen. Schud je armen één voor één los. En daarna allebei de armen tegelijk.

Schud nu de benen één voor één los. Ga weer stevig staan en voel eens hoe je lichaam tintelt en wakker is.`

Appels plukken

Zeg: `Ga maar staan. Er hangen appels in de boom. Je gaat de “appels plukken” die hoog in de boom hangen. Strek je maar uit. Je staat op de tenen van je rechtervoet en je strekt daarbij je rechterarm omhoog. Nu wisselen; je plukt met je linkerhand. Strek je linkerarm omhoog en ga op de tenen van je linkervoet staan. Wissel rechts en links af.’

Trage film

Zeg: `Je zit nu in een film die te langzaam afspeelt. Beweeg je heel langzaam. Loop twee passen vooruit en twee passen terug. Ga eens zitten… en weer staan…`

Probeer als begeleider de film spannend te maken.

Gebruik de beweeg-oefeningen tussen de verschillende onderwijstaken

Deze korte oefeningen kunnen gedaan worden tussen verschillende onderwijstaken om het kind weer fit te laten werken/leren.

Wil je meer `Leren in beweging` oefeningen? Download het gratis e-book beelddenken in beweging.

Ik wens jullie veel beweegplezier!

Anneke Bezem