Leren en Beelddenken
Leren en Beelddenken
Maak leren bijzonder en dan pas herhalen!
Leren en beelddenken gaat lastig samen door het associatieve denken. Het is vaak lastig voor beelddenkers om lesstof te onthouden. Door het brein te verrassen wordt het geheugen optimaal benut. Je maakt dan gebruik van de leerlus.
Maar hoe doe je dat?
Lees eerst eens onderstaand verhaal…
Elke dag fiets je dezelfde route naar school met je moeder, met dezelfde fiets, over dezelfde weg, langs dezelfde winkels en dezelfde stoplichten. Het is een routine en je bent je niet eens bewust meer van de route. Op een ochtend steken er plotseling drie vrolijke clowns de weg over en je kunt ze met een snelle beweging en door te remmen maar net ontwijken. De clowns hebben gekleurde gasballonnen in hun hand en lopen naar de winkels aan de overkant van de weg.
Terwijl de clowns verontschuldigend naar je zwaaien, sta je hijgend stil. Dat was op het nippertje!
Deze ochtend zul je je blijven herinneren. Het beeld van de clowns op de weg en de schrik van het remmen was een bijzondere ervaring die je nog nooit had meegemaakt. Je kunt je later nog precies herinneren dat het toen hard waaide en dat je moeder haar bruine jas aanhad. Gek eigenlijk, want van alle andere ochtenden dat je naar school fietste, herinner je je niets meer.
De reden: doordat er iets bijzonders gebeurde, werden je hersenen alert en registreerden als vanzelf alle details.
Je verrast het brein door iets bijzonders, iets anders. Je hersenen worden wakker en registreerden meteen alle nieuwe details. Je benut de leerlus.
Wanneer we nieuwe dingen meemaken, zorgt een feedbacksysteem in ons brein er voor dat we die opmerken, maar tegelijkertijd registreren de hersenen ook de bekendere dingen in die situatie bewuster, zodat je ze beter onthoudt.
Een gegeven waar we in ons onderwijs gebruik van kunnen maken.
Door de hersenen te verrassen, maak je ze actiever en onthoud je beter!
Hoe werkt het geheugen?
Het geheugen hebben we nodig om te leren. Het geheugen is een systeem om informatie te ordenen, op te slaan en weer op te roepen.
Zonder geheugen zouden we niet kunnen zien, luisteren of denken. En zonder geheugen zouden we niet in staat zijn om `taal` te ontwikkelen.
Het menselijk geheugen is ruwweg te verdelen in drie grote
systemen, die onderling op ingewikkelde wijze met elkaar zijn verbonden:
1. het zintuiglijk (sensorisch) geheugen
2. het kortetermijngeheugen
3. het langetermijngeheugen
Het zintuiglijk (sensorisch) geheugen
Hier wordt informatie opgeslagen die door de zintuigen wordt waargenomen:
Visueel: je herinnert je wat je zag.
Auditief: je herinnert je wat je hoorde.
Kinesthetisch: je herinnert je wat je meemaakte.
Tactiel: je herinnert je wat je voelde of aanraakte.
Olfactorisch: je herinnert je wat je rook.
Smaak: je herinnert je wat je proefde.
De belangrijkste taak van het zintuiglijk geheugen is om de stroom van zintuiglijke waarneming net lang genoeg vast te houden om het brein te laten beslissen welke informatie jouw aandacht krijgt. Zintuiglijke herinneringen blijven net lang genoeg hangen om in elkaar over te lopen en onze ervaringen een gevoel van continuïteit te geven. Dit is nodig omdat er steeds nieuwe zintuiglijke waarnemingen binnenkomen, die ook weer verwerkt moeten worden.
Door `ruimtegebrek` in het zintuiglijk geheugen, wordt informatie maar kort bewaard. Er wordt razendsnel geselecteerd: bewaren of weggooien.
Een filter selecteert: bewaren of weggooien van informatie.
Je kunt namelijk niet alle opgedane prikkels opslaan. Dat zou te belastend zijn voor het geheugen. Je zou gek worden van alle indrukken die je opdoet. Er is als het ware een filter dat ervoor zorgt dat bekende en onnodige informatie direct verdwijnt. Je bent het je niet bewust. De windvlaag, een vogel die langs je vloog, de wijn die je dronk, de geur die in de kamer hing… zolang het niet belangrijk is om te onthouden voor later, wordt het gefilterd en verdwijnt het weer.
Zintuigen zijn zeer gevoelig
Zintuigen zijn zeer gevoelig. Je kunt op een heldere nacht op 48 kilometer afstand een kaars zien branden.
Je kunt 1 druppel parfum in het hele driekamer appartement ruiken.
Je kunt 1 theelepel suiker proeven in 7,5 liter water.
Je voelt een bijenvleugel vanaf 1 centimeter hoogte op je wang vallen.
Hoe werkt het kortetermijngeheugen?
Volgens recente geheugenmodellen vindt bewerking en verwerking van informatie plaats in het kortetermijngeheugen. Binnengekomen informatie wordt opgeslagen en bewerkt, en gekoppeld aan kennis die in het langetermijngeheugen is opgeslagen.
De bewuste verwerking van de zintuiglijke waarnemingen vindt hier dus plaats. De binnengekomen informatie wordt netjes gesorteerd en gecodeerd, waarna het, indien nodig, wordt doorgeschoven naar het langetermijngeheugen.
Wat is de capaciteit van het kortetermijngeheugen?
De capaciteit van het kortetermijngeheugen is namelijk veel minder dan het zintuiglijk en langetermijngeheugen. Er kunnen in het kortetermijngeheugen gemiddeld maar 7 items tegelijk geparkeerd worden en de tijd van vasthouden van deze informatie is ongeveer 20 seconden. Net genoeg om een kort nummer te onthouden of een naam bij een gezicht. Daarna verdwijnt de informatie.
Een tien cijferig telefoonnummer in het kortetermijngeheugen onthouden is dus bijna onmogelijk.
5 4 4 6 5 5 7 6 7 1
Wat mensen (onbewust) doen is de cijfers clusteren (chunken), zodat er maar vier clusters te onthouden zijn:
544 655 76 71
De tien eenheden zijn nu gecomprimeerd tot vier eenheden en dat kan het kortetermijngeheugen wel direct opslaan.
Wat vormt het centrale deel van leerproces?
In het kortetermijngeheugen, wordt informatie ook teruggeplaatst uit het langetermijngeheugen om te gebruiken tijdens bijvoorbeeld een rekenbewerking of examen.
Het kortetermijngeheugen vormt dus het centrale deel van het leerproces en is het deel waar we spelen met ideeën en beelden uit het langetermijngeheugen en input vanuit het zintuiglijk geheugen; dit noemen we denken.
Hoe werkt het langetermijngeheugen?
In het langetermijngeheugen wordt informatie voor onbepaalde, langere tijd opgeslagen. Het langetermijngeheugen heeft een oneindige capaciteit en ook de onthoud-tijd is onbeperkt. Na tientallen jaren kan informatie nog teruggehaald worden.
Een probleem is wel dat de opgeslagen informatie soms moeilijk terug te `vinden` is. Het bekende voorbeeld is dat je van het examen waarbij niet op de bewuste informatie kunt komen, maar een uur later, in de pauze, herinner je je het opeens weer.
Om informatie in het langetermijngeheugen te krijgen en dus te onthouden voor langere tijd is het belangrijk om lesstof BIJZONDER te maken. Dit zal het brein verrassen en wakker maken.
Maak lesstof BIJZONDER.
Door informatie opvallend en bijzonder te maken, wordt je brein wakker.
Je brein denkt: Iets nieuws…leuk en interessant. Het brein registreert meteen de nieuwe informatie en koppelt deze informatie aan al opgeslagen informatie in het geheugen. Je kunt de lesstof dan beter en sneller onthouden. Denk maar aan de clowns uit het voorbeeld aan het begin van dit blog.
Door het gebruik van associaties en beelden kun je `gewone` informatie opeens opvallend en dus betekenisvol maken. Vergeet je altijd de naam van mensen, probeer je dan eens bij het kennismaken, zo’n persoon voor te stellen met een lange grijze baard of met olifantenoren. Je zult merken dat de naam beter beklijft… Je maakt het bijzonder. Daardoor schiet de naam direct naar het langetermijngeheugen.
Leren en Beelddenken
Het bijzonder maken van lesstof door associaties en beelden te gebruiken sluit je naadloos aan bij de informatieverwerking van de Beelddenker.
De `leerlus` helpt je bij het leren van lesstof.
Uit de nieuwste wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat het herhalen van informatie belangrijk is bij het leren, maar pas nadat de hippocampus in de hersenen is ‘wakker geschud’!
Wat is de Hippocampus?
De Hippocampus is dat deel in het brein dat er voor zorgt dat informatie het geheugen ingaat en weer kan worden opgehaald uit het geheugen.
Bij het waarnemen, verwerken en opslaan van nieuwe zintuiglijke informatie zijn verschillende hersengebieden betrokken. De belangrijkste hersengebieden die hierbij een rol spelen zijn de Hippocampus, Substantia Nigra (oftewel ‘zwarte stof’) en de Area Ventralis Tegmentalis.
Deze hersengebieden bevinden zich in de middenhersenen. De zenuwcellen van de verschillende hersengebieden communiceren met elkaar door middel van neurotransmitters. Neurotransmitters zijn signaalstoffen. Dopamine is zo’n signaalstof.
Zonder Dopamine kunnen we niet leren.
Wetenschappelijk onderzoek leert ons leren!
Onderzoeken van zowel Het Instituut voor Cognitieve Neurologie van de Otto von Guericke-Universiteit in Maagdenburg als The London University College in Londen geven aan dat het herhalen van leerstof pas zinvol is als we de hersenen eerst iets `bijzonders` aanbieden waardoor deze wakker worden en alerter reageren. Dit heeft direct te maken met de Hippocampus, een onderdeel in onze hersenen dat een rol speelt bij het opslaan van informatie in het langetermijngeheugen en het weer terughalen van informatie naar het kortetermijngeheugen.
Dopamine is nodig voor het geheugen.
De Hippocampus vergelijkt binnenkomende informatie met de al opgeslagen informatie. Als de binnenkomende informatie verschilt van de reeds opgeslagen informatie, geeft de Hippocampus een signaal aan de Substantia Nigra (SN) en de Area Ventralis Tegmentalis (AVT). De SN en de AVT zorgen dan voor een dosis extra signaalstof Dopamine, waarna ze via zenuwvezels dit terug melden aan de Hippocampus. En veel dopamine laat het geheugen effectiever werken.
Maak gebruik van de leerlus!
Deze cyclus werd door de onderzoekers van de Universiteit van Pittsburgh benoemd als: de Hippocampus-SN/AVT-lus of makkelijker gezegd De leerlus.
Belangrijk voor de leerkrachten; maak gebruik van de leerlus dat maakt het lesgeven krachtiger en effectiever!
Herhalen maakt hersenen `lui`!
Deze nieuwste ontdekkingen kunnen het lesgeven effectiever maken. Immers: door een les te beginnen met herhalen wat al geleerd is, maak je de hersenen `lui`. De Hippocampus denkt: `Dat weet ik al!`. Er wordt geen signaal gegeven aan de SN en de AVT, waardoor er minder Dopamine wordt aangemaakt. Resultaat is dat de nieuwe informatie die de leerkracht die les aanbiedt, minder goed binnenkomt bij leerlingen.
Start met iets verrassends.
Begin de les dus eens met iets verrassends. Een gekke hoed, een mop, beweging… iets wat leerlingen niet verwachten. De Hippocampus wordt alert: hier gebeurt iets bijzonders. Door het in werking zetten van de lus, wordt extra Dopamine aangemaakt, waardoor de verbindingen tussen de zenuwcellen worden versterkt en nieuwe informatie beter wordt opgenomen. De les wordt zo een stuk effectiever en leuker.
Maak de hippocampus wakker!
Start met het wakker maken van het brein door bijzondere, verrassende dingen aan te bieden bij het starten van de uitleg van de lesstof. Pas dan komt de herhaling! Deze manier van lesstof aanbieden past heel goed bij onze Beelddenkers!
Veel leer- en geheugenplezier!