Beelddenken en lezen

Beelddenken en lezen

Wat is lezen?

Lezen is een van de meest complexe dingen die wij als mensen kunnen leren. Lezen begint met het goed zien van de letters en woorden. De zes oogspieren zorgen voor een soepel samenwerking van de ogen. Om te kunnen lezen, moeten we de letters kunnen vertalen naar klanken en de klanken kunnen vertalen naar letters en moet er een soepele oog-samenwerking zijn.

Technisch lezen

Hoe zit technisch lezen in elkaar? Bij het technisch lezen zijn er drie strategieën mogelijk om te lezen:

  • Spellen (Decoderen)
  • Directe herkenning
  • Radend lezen (Anticiperen)

Wat houdt spellen in?

Het kind bekijkt het woord `ik`. Hij koppelt de klank aan de letter i, dus spreekt uit i. Aan de tweede letter k, koppelt hij de klank kuu…
Het is dus belangrijk dat het kind de teken-klank-koppeling beheerst en de klank-teken-koppeling beheerst om te kunnen spellen.
Dan voegt het kind de klanken samen en zegt het woord `ik`. Dit samenvoegen noemen we synthese.

Synthese

Het samenvoegen van losse letters of lettergrepen tot één woord heet synthese. Jonge, beginnende lezers zullen de losse letters van een woord spellen om zo tot een woord (synthese) te komen.

Beelddenkers hebben vaak problemen met het automatiseren van de letters/klanken. Hierdoor blijven zij vaak lang spellen of ze slaan het spellen over en gaan over op het herkennen en raden.

Het is dus belangrijk om te kijken of het kind problemen ondervindt bij het benoemen van de letters/klanken of bij het samenvoegen (synthese).

Lettergrepen herkennen

Als het kind al iets verder is met lezen, zal hij groepjes letters (lettergrepen) in een woord herkennen. Daarna zal hij de lettergrepen samenvoegen tot een woord.

Het kind moet bijvoorbeeld het woord `speeltuin` lezen. Het kind leest de eerste lettergreep `speel` en leest dan de tweede lettergreep `tuin`. Het kind voegt de twee lettergrepen samen en zegt: `speeltuin`.

Direct het woord herkennen

Het kind herkent een woord, bijvoorbeeld `kim` direct en leest het woord in zijn geheel: `kim`. Het spellen van de losse letters/klanken is niet meer nodig.

Zwakke automatisering

Beelddenkers kunnen moeite hebben met het automatiseren van betekenisloze informatie, zoals klank-teken- en teken-klankkoppeling.
Beelddenkers met een zwakke teken-klank en klank-teken koppeling kunnen te snel overstappen op radend lezen. Ze kunnen het woord niet goed spellen, herkennen het woord niet, maar willen wel doorlezen. Vaak gaat dit raden ze nog goed af! Beelddenkers zijn snelle kijkers. Ze combineren alle informatie zoals: vorm, het verhaal, het beeld, illustraties, enz. en gokken dan goed.
Bij het herkennen van de woorden zullen deze kinderen eerder gebruikmaken van de vorm van de letters in het woord zoals stokjes, rondjes, enz. De opvallende letters/klanken in het woord en het beeld dat het bij ze oproept, in plaats van te kijken naar het woordbeeld zelf. Het beeld verdringt vaak het woordbeeld.

Beeld verdringt woordbeeld

De beelddenker gaat dan fouten maken door gebruik te maken van het eigen taalgebruik bij het opgeroepen beeld.
Het is lastig voor een beelddenker om een woord te lezen waarvan hij de betekenis niet kent; hij heeft er dan geen beeld bij. De inhoud van de tekst kunnen ze wel oplezen, maar ze lezen vaak andere dingen dan die op papier staan. Door het beeld dat ze vormen tijdens het lezen, gaat het lezen over in het vertalen van het beeld. Woorden en zinsdelen worden vervangen door synoniemen die beter bij hun beeld en belevingswereld passen. Wanneer een kind thuis altijd ‘papa’ zegt, dan zal het kind wanneer het een zin voor moet lezen met het woord ‘vader’ erin, ‘vader’ waarschijnlijk vervangen door ‘papa’, omdat dat beter bij zijn beeld en de beleving ervan past.

Er staat bijvoorbeeld: `Moeder doet boodschappen.` en de beelddenker leest `Mama doet boodschappen.` Want mama is het woord dat bij zijn opgeroepen beeld hoort.

Of:
De beelddenker leest de zin: `Het schip heeft een grote vlag.` En de beelddenker zegt: `De boot heeft een grote vlag.`
Boot past bij het oproepen beeld van de beelddenker.

Radend lezen (anticiperen)

Het kind weet welk woord er komt door de rest van de tekst te gebruiken. Het spellen is niet meer nodig. Deze strategie van lezen is gericht op het verhaal; de context.

Het kind leest bijvoorbeeld de zin: `In de tuin staat een hele grote, groene …`zal het kind dan zonder verder goed te kijken het woord  `boom` lezen.

Terwijl er in de zin stond: `In de tuin staat een hele grote, groene schuur`.

Dit veroorzaakt naast verkeerd lezen ook een zwak tekstbegrip.

Gevaar van radend lezen

Het gevaar bestaat dat door radend te lezen vanuit het verhaal de betekenis van de tekst verandert. Het gevolg daarvan is weer dat woorden verkeerd worden geraden.

Wat kunnen we doen bij leesproblemen?

Er zijn, globaal gesproken, twee soorten problemen met technisch lezen. Het lezen gaat te langzaam omdat het kind te veel blijft spellen, of het lezen gaat vlot, maar met te veel fouten.

Voor deze soorten leesproblemen gebruiken wij de effectieve  Monitoring-methode. De Monitoring-Methode is gericht op het verhogen van de snelheid en op het verhogen van de nauwkeurigheid.

Onderstaand zijn de twee effectieve oefeningen beschreven:

  • Monitoring-methode; bevorderen van de snelheid
  • Monitoring-methode; bevorderen van de nauwkeurigheid

Monitoring-methode; bevorderen van snelheid

Zoek een korte tekst die qua inhoud aansluit bij de belangstelling en de leeftijd van het kind.

De tekst eerst een keer voorlezen in een laag tempo, waarbij het kind zo veel mogelijk (stil)meeleest.
Daarna het kind de tekst hardop laten lezen, waarbij je zelf (hardop) mee leest. Zorg ervoor dat het lezen vloeiend blijft verlopen door woorden die het kind niet kent of waarbij het hapert, voor te zeggen.
Om de beurt een zin lezen kan ook!
Zo breng je er vaart in en wordt het gelezene beter begrepen. Als je in een kindertempo leest, geef je een voorbeeld dat het kind kan proberen te volgen.
Bij het lezen van een tekst helpt herhaling. Als je een tekst voor de tweede keer leest gaat het gemakkelijker, omdat je de inhoud al kent.

Op deze manier bevorder je de snelheid.

Monitoring-methode; bevorderen van de nauwkeurigheid

Het maken van fouten bij het technisch lezen die wel in de context van het verhaal passen, maar niet correct weergeven wat er staat, duiden op een voorkeursstrategie voor radend lezen.

Hoe gaat de oefening?

Je laat een tekst lezen en neemt op wat het kind leest.

De opname wordt daarna door het kind beluisterd, waarbij het op een fotokopie van de tekst de woorden die fout gelezen werden, onderstreept.
Deze fouten kunnen dan besproken worden.
De volgende dag wordt de tekst weer gelezen vanaf de fotokopie met onderstrepingen.
Opnieuw opnemen en vervolgens weer afluisteren.
Op een nieuwe fotokopie weer fouten aanstrepen.
Je kunt hierbij een wedstrijdelement inbrengen door bij het afluisteren het kind een punt te geven voor elke ontdekte fout en de begeleider een punt te geven voor elke niet door het kind ontdekte fout.

Naast Beelddenken kan de samenwerking van de ogen ook leesproblemen geven.

We spreken dan van een Visuele Disfuncties. Visuele disfuncties zijn de basis van veel leer- en gedragsproblemen ook bij beelddenken.
Bij Beelddenken zien we vaak problemen met spelling, lezen en concentreren. Maar er kan nog een probleem onder het Beelddenken liggen; een visuele disfunctie. We moeten dan eerst het basisprobleem Visuele Disfunctie aanpakken. Pas als we de visuele disfunctie aanpakken, is de weg vrij om de beelddenker te begeleiden bij leer- en leesproblemen.

Visuele disfunctie, een onzichtbare belemmering bij lees-, spelling- en concentratieproblemen.



`Kijk eens goed!`

Hoe doe je dat? Kijken doe je met je ogen en zien doe je met je hersenen. Kijken is het vermogen om via de ogen licht te ontvangen en dit door te seinen naar de hersenen. Deze visuele informatie moet door de hersenen worden geïnterpreteerd en begrepen. Wat je ogen zien, verwerken je hersenen! Zien doe je dus met je hersenen. Gaat er in dit proces iets fout dan noemen we dat een visuele disfunctie. Een visuele disfunctie kan het leerproces behoorlijk belemmeren. We zien dan vooral leesproblemen, spellingproblemen en concentratieproblemen. Veel kinderen met een volledige gezichtsscherpte kunnen toch een visuele disfunctie hebben.

Fixatie Disparatie

 `Kijk nou eens goed Teun!` Hoe vaak zeg je dit niet als leerkracht tegen één van je leerlingen. En Teun doet zijn best. Wat bedoelt de leerkracht? Teun wordt onzeker, faalangstig zelfs. Teun kijkt toch goed! Zowel Teun als de leerkracht weten niet dat Teun leidt aan Fixatie Disparatie, een visuele disfunctie die maakt dat hij de dingen anders ziet dan de meeste mensen. Teun en zijn omgeving gaan er vanuit dat iedereen hetzelfde ziet, maar niets is minder waar. Kijken doe je met je ogen, maar het `zien` wordt door je hersenen geregeld. Een visuele disfunctie kan de oorzaak zijn van `leerproblemen`. Als dit niet op tijd wordt gediagnosticeerd, ontstaan er situaties zoals in bovenstaand voorbeeld en worden de problemen erger en erger. En dat is nu precies wat we graag willen voorkomen. Stress op school is niet nodig. Je hoeft maar te kunnen `zien` wat er staat!

Onbekendheid van de term Fixatie Disparatie

Door de nog grote onbekendheid van Fixatie Disparatie komen kinderen die hiermee kampen in een vicieuze cirkel terecht, waarbij de oorzaak vaak in de verkeerde hoeken wordt gezocht. Dit blog laat zien dat de basis van leren en lezen goede visuele functies is.

Wat is Fixatie Disparatie?

Fixatie Disparatie  is een visuele disfunctie die een onjuiste samenwerking van de ogen veroorzaakt. Mensen hebben twee ogen die vanuit een verschillende positie hun werk doen. Ze nemen beide afzonderlijk waar. Wat de ogen afzonderlijk zien, moet samenvloeien tot één beeld, het zogenaamde fixeren. Als we ergens naar kijken, moeten beide ogen dus goed samenwerken om tot één beeld te komen. Wanneer deze fixatie niet goed verloopt, spreken we van `disparaat`, oftewel Fixatie Disparatie. De hersenen kunnen de beelden van de beide ogen dan niet tot één enkel beeld versmelten waardoor het kijken onduidelijk wordt en het `zien` in de hersenen problemen geeft. Fixatie disparatie kan wazig, bewegend of onduidelijk zicht veroorzaken, maar ook onrustig gedrag. Het is zeer aannemelijk dat een kind met Fixatie Disparatie na een dyslectie onderzoek als dyslectisch wordt beschouwd. Fixatie Disparatie en dyslexie laten dezelfde kenmerken zien.

Wat is dyslexie?

Dyslectische kinderen kunnen de klanken van een woord niet analyseren en onthouden. Daardoor is leren lezen moeilijk. Ongeveer 5% heeft last van (echte) dyslexie. Dyslexie is een taalontwikkelingsstoornis, die genetische is bepaald. Dyslexie kan niet worden verholpen. Met hulp van een remedial teacher kan een kind, met veel oefenen en gerichte hulp, de leesvaardigheid wel verbeteren. Het lezen zal altijd lastig blijven en de spelling zwak.

Er bestaat een relatie gestoorde oog-volgbeweging en dyslexie

Dr.Birnbaum, hoogleraar Optometrie in Amerika, onderzocht 26 publicaties. Hij toont met dit onderzoek aan dat er een relatie is tussen oog-volgbewegingen en leesproblemen. Bij dyslexie wordt er vaak een gestoorde oog-volgbeweging gezien. Uit een analyse van 161 onderzoeken naar de relatie tussen visuele perceptie en lezen, is een significante relatie gezien tussen visuele perceptievaardigheden en leesprestaties.

Tachtig procent

Er blijkt dat 80% van de groep kinderen, die op dit moment als dyslectisch is gediagnosticeerd, eigenlijk als basisprobleem een visuele disfunctie heeft. Als we het basisprobleem, de visuele disfunctie, aanpakken en we begeleiden daarnaast de lees- en spellingproblemen, dan kunnen de lees- en spellingproblemen aanzienlijk verminderen en mogelijk zelfs verdwijnen.

Hoe kunnen we een visuele disfunctie onderzoeken?

Bij een standaard oogmeting wordt gekeken naar de gezichtsscherpte en de gezondheid van de ogen. Een visuele disfunctie wordt gescreend door een Visueel Screener. Een Visueel Screener doet onderzoek met een Bioptor. Een visueel screener stuurt, indien nodig, door naar een Functioneel Optometrist.

Wat doet een Functioneel Optometrist?

Een Functioneel Optometrisch Onderzoek start met het onderzoek naar de gezondheid van de ogen. Indien er sprake is van een pathologisch probleem dan wordt het kind doorverwezen naar de oogarts. Zijn de ogen gezond dan volgt het meten van de ogen. Bij de meting wordt de gezichtsscherpte (het vermogen om scherp te zien) en de kwaliteit van de samenwerking van de ogen beoordeeld.
Dit onderzoek gebeurt door een Functioneel Optometrist. Als de Functioneel Optometrist een visuele disfunctie constateert, wordt er gestart met een visuele training. Dan volgt een nameting om te kijken of het kind na de training een prismabril nodig heeft.

Hoe herken je een visuele disfunctie?

Het eerste dat opvalt bij kinderen met een visuele disfunctie is dat zij lezen vaak niet leuk vinden. Lezen kost ze moeite. Ze zien soms maar drie letters tegelijk en missen daardoor het hele woordbeeld. Zij kunnen gewoon niet sneller lezen. Het blijven dan spellende of hakkelende kinderen die niet weten hoe ze hun leestechniek kunnen verbeteren. Ook zijn er kinderen die de cijfers en letters wazig, dubbel of dansend zien (zie onderstaande afbeelding).


Bij het extra concentreren en focussen, vloeien zinnen in elkaar over als een zwarte streep, waardoor ze nog meer fouten maken bij de verwerking van de inhoud.
Alleen met overmatige inspanning zien zij een scherp of stilstaand beeld.

Lezen vermoeid deze kinderen

In de ochtend, als de kinderen nog fris zijn, gaat het schoolwerk nog wel, maar dat houdt op als de dag vordert. De leerkracht beschouwt dit doorgaans, mede door onwetendheid, als een concentratieprobleem. De kinderen waar het om gaat, krijgen vaak hoofdpijn, en doen gewoon niet meer mee met de les.

Gedragsproblemen door een visuele disfunctie

Soms ontwikkelt het kind ook gedragsproblemen, wordt  somber of trekt zich terug. In alle gevallen komt dat voort uit frustratie: lezen en schrijven, maar ook bord kijken, is extreem vermoeiend en lukt gewoon niet goed genoeg. Het zijn de kinderen van wie deze achterstand niet verwacht werd. Ouders en leerkrachten zijn verbaasd en vaak wordt er onmiddellijk aan dyslexie gedacht.

Verschijnselen van dyslexie en visuele disfunctie zijn overlappend

En ja, de verschijnselen die horen bij dyslexie zijn overlappend. Het verschil is echter dat dyslexie niet te behandelen is met een training en/of bril, en een visuele disfunctie wel! Een gemiste kans dus als begeleiders/leerkrachten onbekend zijn met Fixatie Disparatie.

Welke klachten geeft een visuele disfunctie?

Een onjuiste samenwerking van de ogen kan de volgende klachten veroorzaken:

  • Hoofdpijn, `oogpijn` of `leesogen`
  • Branderige ogen en/of droge ogen
  • Zwakke oog-handcoördinatie
  • Niet netjes op de lijnen schrijven/slordig handschrift
  • Aanwijzen van de regel met lezen
  • Hakkelend lezen
  • Lezen niet leuk vinden
  • Lezen kost veel energie
  • Zwak tekstbegrip
  • Zwak in contextsommen
  • Hoofd niet rechthouden tijdens lezen en/of schrijven
  • Concentratieproblemen

Is een visuele disfunctie wetenschappelijk onderbouwd?

In Amerika wordt een leerling met spelling- en leesproblemen doorverwezen naar gespecialiseerde klinieken. In deze klinieken werken ze alleen met kinderen met visuele disfunctie. Zij starten altijd met visuele training. Deze problematiek is in Amerika volledig geaccepteerd.

Wetenschappelijke onderzoeken

Naast de vele onderzoeken die zijn gedaan door Dr. A.M. Skeffington, Prof. M.H. Birnbaum en de hoogleraar experimentele psychologie Renshaw in een samenwerkingsverband met Getman, Behavioral Optometry, en de pedagoog Gesell, is er in 2010 een wetenschappelijk onderzoek afgerond aan de NTNU; The Norwegian University of Science and Technology.

Onderzoek Noorse Universiteit

Professor Hermundur Sigmundsson en zijn onderzoeksteam, verbonden aan de Noorse Universiteit voor Wetenschap en Technologie, hebben de relatie aangetoond tussen leerproblemen en een zwakke visuele waarneming. Het onderzoek werd uitgevoerd onder alle 10 jarigen van twee scholen. Zij bevestigen in dit onderzoek dat achter verschillende leerproblemen de verkeerde weergave van ons visuele systeem ligt. Het onderzoek is juni 2010 gepubliceerd.

Visueel screeningsonderzoek in België

Bioloog Robert Marquet en psycholoog Dirk Smits van Ehsal lieten op drie Vlaamse scholen 500 leerlingen zestien visuele tests afleggen. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat leerlingen met leerproblemen significant meer visuele stoornissen hebben dan leerlingen zonder leerproblemen.

Twee verhalen uit de praktijk

`Heeft Jill ADHD?`

`Jill werk eens door!` Jill werkt 10 seconden en kijkt weer rond. `Jill wil je om twaalf uur even bij me komen?`, vraag ik aan het eind van mijn wiskundelesOm twaalf uur komt Jill trouw naar me toe. Wat is er toch met Jill aan de hand?! Dit meisje doet haar best, het lijkt haar te overkomen. Hoe komt het dat haar concentratie zo zwak is. Jill lijkt geen dom meisje te zijn! Met wiskunde hoort zij bij de drie beste van deze groep.

Zwakke concentratie

`Hoe komt het dat jouw concentratie zo slecht is?` Jill antwoordt: `Ik ben bij de psychiater geweest en ik heb ADHD, daarom kan ik niet stilzitten en me niet concentreren. Volgende week moet ik naar de dokter voor pilletjes.` Terwijl zij dit zegt, kijkt Jill me aan met haar eerlijke, blauwe oogjes. Opeens valt me iets op aan haar ogen. Zij kijkt niet scheel, maar haar ogen lijken niet prettig samen te werken. Jill wordt onderzocht door een Functioneel Optometrist. Zij heeft een grappige (oefen-) prismabril aangemeten gekregen en krijgt visuele training. Jill werkt veel geconcentreerder. En……….zonder pillen voor ADHD. De ADHD van Jill heet Fixatie Disparatie!

`Op school denken ze dat Tim dyslexie heeft`

Tim heeft veel problemen met lezen. Hij vindt lezen niet leuk. Hij wordt moe van lezen. Op school denken ze aan dyslexie. Tim heeft twee jaar extra begeleiding gekregen bij lezen en spelling. Hij moet elke dag een kwartier lezen. Maar er is geen verbetering te zien. Ik start met een aantal onderzoeken om te kijken waar de problemen liggen. Tim is een hoogintelligente jongen. Hij verwerkt zijn informatie via beelden. Er komt duidelijk naar voren dat hij de taal wel in zich heeft. Bij de visuele screening komt een behoorlijke visuele disfunctie naar voren. Tim is opgelucht te horen dat het probleem aan de samenwerking van zijn ogen ligt. Hij is niet dom, maar zelfs intelligent. Tim zijn ogen gaan stralen na onze bevindingen. `Ik dacht al, ik lees elke dag en nog kan ik niet lezen!`

Visuele training in onze praktijk

We starten met een visuele training van zes weken. Daarna krijgt Tim een (oefen-)prismabril aangemeten door de Functioneel Optometrist. Tim leest iedere dag, twee keer vijf minuten met ondersteuning van zijn moeder met behulp van LEESwijzer. LEESwijzer is een effectieve, leuke manier om sneller te leren lezen vanuit succeservaringen. Dit betekent dat zijn moeder zachtjes meeleest en Tim als het ware door de tekst `trekt`. We starten met groot-letterboeken. Het is belangrijk dat Tim het woordbeeld gaat ontwikkelen. Hij heeft altijd maar twee letters gezien. Omdat Tim een behoorlijke visuele disfunctie heeft, wordt de visuele training voortgezet naast de oefen-prismabril. Als de stress van zijn ogen verdwenen is, starten we met de begeleiding van spelling. Tim heeft met spelling een behoorlijke achterstand opgelopen. Het gaat goed met Tim. Hij heeft de achterstand al een heel stuk ingelopen. Tim vindt lezen nu leuk en wordt er niet meer moe van!

Welke kenmerken geeft visuele disfuncties?

Bij een visuele disfunctie kan het kind van één of meerdere kenmerken last hebben.

Algemeen

  • vermoeidheidsverschijnselen na inspanning;
  • hoofdpijn, `oogpijn` of `leesogen`;
  • branderige ogen;
  • droge ogen;
  • lusteloosheid/vermoeid uit school;
  • gevoelig voor licht;
  • ongeluksgevoelig, snel stoten of struikelen;
  • faalangst.

Sport

  • balans en evenwicht zijn verstoord;
  • zwakke oog-handcoördinatie;
  • slechte inschatting en/of timing om bal te vangen;
  • bal niet zien aankomen.

Onderwijs

  • niet netjes op de lijnen schrijven;
  • tong uit de mond bij schrijven;
  • slordig handschrift;
  • aanwijzen van de regel met lezen;
  • hakkelend lezen;
  • lezen niet leuk vinden;
  • lezen kost veel energie;
  • zwak tekstbegrip;
  • zwak in contextsommen;
  • in ogen wrijven tijdens lezen en/of schrijven;
  • hoofd niet rechthouden tijdens lezen en/of schrijven;
  • niet horizontaal kunnen schrijven op een blanco vel;
  • spaties tussen geschreven woorden zijn onregelmatig;
  • concentratieproblemen.

Ik hoop je voldoende inzicht te hebben gegeven in Visuele Disfuncties. De basis van een veel leer- en gedragsproblemen ook bij beelddenken.

Anneke Bezem
Marjon Lugthart

Wil je jij kinderen onderzoeken en begeleiden met een Visuele Disfunctie?

Dit leer je in de vier daagse opleiding Beeld en Brein Coach 2.0 en opleiding Beeld en Brein Master.
Beide opleidingen worden als e-learning aangeboden.
Ik ben nieuwsgierig naar de opleidingen.

Meer informatie voor ouders

Ben je geïnteresseerd en wil je meer weten over deze onzichtbare belemmering binnen het onderwijs?

Download het GRATIS e-book Visuele Disfunctie.

Het e-book bevat oefeningen en signaleringslijst. Klik hier.

Anneke Bezem