Wat is Beelddenken?

Beelddenken is een andere manier van informatie verwerken. Dit geeft met name problemen binnen het talige onderwijs.

Wat is Beelddenken?

Beelddenkers verwerken hun informatie op een andere manier. Zij werken vanuit het geheel al associërend en proberend naar de analyse met een voorkeur voor beeld. In de wetenschap noemen we dit de visuele cognitieve stijl. Beelddenken is een talent, maar een lastig talent binnen het onderwijssysteem. Het onderwijs werkt precies andersom vanuit de analyse naar het geheel.

Beelddenken is een (lastig) talent binnen het onderwijs.

Beelddenkers denken associatief en werken vanuit het geheel. Ze voegen eigen ervaring en kennis toe en zien logische verbanden. Van daaruit gaan ze naar de kern. Deze leerlingen hebben het lastig in het huidige onderwijssysteem: ze onthouden de kennis pas als ze die kunnen inpassen in het geheel. Het geheel volgt meestal aan het eind van een leerperiode.

Beelddenken hoeft geen problemen te geven.

Anneke Bezem M.Sc.
Beelddenken op zich hoeft geen problemen te geven. Het is juist belangrijk de talenten van beelddenken te benutten en optimaal te ontwikkelen. Het snelle en associatieve denken zal creatieve en originele oplossingen bevorderen. Door te werken vanuit het geheel heeft een beelddenker het overzicht en kan daardoor snel logische verbanden op oplossingen `zien`. Door het vroegtijdig herkennen en erkennen van het beelddenken, kunnen veel (leer)problemen worden voorkomen.
Beelddenken is een andere manier van informatie opnemen en verwerken. Beelddenken is een talent maar binnen ons talige onderwijssysteem een lastig talent. De onderwijsmethoden werken voornamelijk vanuit de analyse naar het geheel. De beelddenker werkt juist vanuit het geheel al associërend naar de analyse.

Wetenschappelijk onderzoek

Uit wetenschappelijk onderzoek komt naar voren dat mensen vanaf het vierde jaar een duidelijke voorkeur ontwikkelen voor beelddenken (de visuele cognitieve stijl) of taaldenken (de verbale cognitieve stijl). Je wordt geboren met een cognitieve stijl.

Beelddenken en taaldenken, twee cognitieve stijlen die anders leren en denken.

`Een beelddenker leert anders.`

Beelddenken wordt in de wetenschap de visuele cognitieve stijl genoemd . Daar tegenover staat het taaldenken; de verbale cognitieve stijl. Je wordt in aanleg met een bepaalde cognitieve stijl geboren. 

Een cognitieve stijl is de manier waarop mensen denken, leren, waarnemen, informatie verwerken en problemen oplossen. Het is een aspect van iemands persoonlijkheid.

Is mijn kind een beelddenker?

Onderzoek heeft uitgewezen dat er in iedere klas wel één à twee beelddenkers zitten. Vaak zijn het leerlingen die in de onderbouw (groep 1 en 2) goed lijken mee te draaien, maar in groep 3 problemen kunnen ondervinden bij het lezen, schrijven en/of rekenen. De leerkracht kan er niet goed de vinger opleggen; het is een slimme, ondernemende leerling, vol enthousiasme en creativiteit... waar zit het probleem?

Door de nog grote onbekendheid met het begrip beelddenken, worden veel beelddenkers niet als zodanig herkend en ontstaan er met de jaren op de basisschool steeds grotere leer- en/of gedragsproblemen.

Wat is beelddenken?

Beelddenkers denken in beelden en gebeurtenissen en niet in woorden en begrippen. We kunnen het ruimtelijk denken noemen.
Een simpele proef op de som:

Doe je ogen dicht en denk aan het woord: boom Wat zie je?

De meeste mensen zien dan de letters b-o-o-m voor zich.

Een beelddenker ziet echter een prachtige boom, met bruine stam, groene bladeren, wuivend in de wind. 

Beelddenken is een fundamenteel andere manier van denken! Beelddenkers zijn visueel, maar daarnaast ook ruimtelijk ingesteld. Ze werken het liefst met hun ogen en hun opgedane ervaringen.
Luisteren is nooit hun sterkste kant. De ogen gaan voor de oren!
In één oogopslag overzien beelddenkers ingewikkelde situaties en brengen die met elkaar in verband.
Het ene beeld roept al weer een volgend beeld op. Dat kan leiden tot hoogst originele oplossingen waar een ander nooit opgekomen zou zijn. Nadeel van dit associatieve, snelle denken is wel dat beelddenkers vaak wat chaotisch overkomen.

Omdat beelddenkers in beelden denken en niet in taal, hebben ze moeite met de 'vertaling' naar de juiste woorden. Vaak hoor je ze dan ook praten in termen als: dinges, danges, je weet wel!

In hun hoofd zien ze het beeld, het plaatje, maar het bijpassende woord kunnen ze zo snel niet vinden. Ditzelfde zou kunnen gelden voor getallen.

Een beelddenker ziet bij het woord stoel de stoel in gedachten voor zich. Of de stoel nu achterstevoren of op zijn kop staat: het blijft een stoel.
Als ze de letters en hun klanken gaan leren, geeft dit problemen. Immers: een b is andersom opeens een d, en op zijn kop zelfs een p, maar voor een beelddenker blijft het een b.

Beelddenkers zijn snel afgeleid!

Beelddenkers zijn snel afgeleid.

Beelddenkers zijn snel afgeleid, want net als ze ergens mee bezig zijn, zien ze al weer iets nieuws om te doen. Dat laatste is wel eens lastig voor ouders. De opdracht: 'doe je jas uit, ruim je tas op en kom naar de keuken om wat te drinken'is onmogelijk voor een beelddenker. Terwijl hij naar de opdrachten luistert, ziet hij het beeld van de jas aan de kapstok, de tas in de kast en het glas drinken in de keuken voor zich. Op het moment dat hij zijn jas uittrekt, denkt hij alles al gedaan te hebben en gaat rustig met zijn lego spelen.
De andere opdrachten lijken vergeten.
Ouders van beelddenkertjes zijn wel eens radeloos.
“Waarom luister je nou nooit?” is een veel gehoorde wanhoopskreet. Maar het is geen onwil, maar onmacht! Een simpele oplossing is om de opdrachten mondeling te laten herhalen. Het uitspreken van wat je moet doen helpt een beelddenker om beter te onthouden.

Ook op school kenmerkt de beelddenker zich door dit ‘afwezige' gedrag.
Leerkrachten zeggen vaak: "Is dit kind nu dom of neemt hij mij in de maling?

Alle mensen worden geboren als beelddenker!

Alle mensen worden als beelddenker geboren. Beelddenken is een oorspronkelijk , zintuiglijk denkproces.
Immers, een baby kent nog geen woorden. Tot vier jaar zijn alle kinderen min of meer beelddenkers. Ze denken voor het grootste deel in beelden en gebeurtenissen. Langzaam ontwikkelt het taaldenken zich en wordt het beelddenken percentsgewijs wat kleiner.
Na het tiende jaar stopt dit proces. Er zijn mensen die dan een voorkeur blijven houden voor het beelddenken: de beelddenkers!

Tot het tiende levensjaar dus, kunnen er nog veranderingen optreden, kan men sturen en begeleiden. Hoe eerder beelddenken (h)erkend wordt, hoe beter het kind begrepen wordt... thuis en op school!

Waar komt de term beelddenken vandaan?

De term 'beelddenken' bestaat al tientallen jaren. Het is afkomstig van de Haagse logopediste Maria J. Krabbe, die in de jaren dertig met de theorie kwam dat er mensen zijn die in beelden denken in plaats van in taal. Haar werk werd enthousiast voortgezet door Nel Ojemann, Montessori-leerkracht, remedial teacher en docente aan de Universiteit van Groningen. Zij ontwikkelde een onderzoeksmethode, het wereldspel,  waarmee je de beelddenkende leerling kan signaleren.

Wat is het wereldspel?

Met het Wereldspel wordt Beelddenken gesignaleerd. Het Wereldspel is een onderdeel in een compleet Individueel Onderwijskundig Onderzoek (IOO) in combinatie met didactische onderzoeken. Het kind krijgt de opdracht: 'Bouw eens een dorp.' Aan de hand van de vormgeving van het gebouwde dorp kunnen we zien hoe het kind zijn informatie verwerkt; als beelddenker of als taaldenker, zal het kind persoonlijkheidskenmerken laten zien, zoals faalangst, boosheid, e.d. en kunnen we de cognitieve ontwikkeling afleiden.

Waaraan herken ik een Beelddenker?

Waaraan herken ik een beelddenker?

Ieder mens is bij de geboorte een beelddenker. Immers: de taal moet nog geleerd worden.

Langzamerhand leert de peuter spreken en ontstaat er taalbegrip. Klanken blijken betekenis te hebben en met die klanken kun je jezelf  'verstaanbaar' maken.
Beelddenkers blijven echter een voorkeur houden voor de beelden boven de taal. Hun visuele vermogen (kijken) is sterker dan het auditieve vermogen (luisteren).

Beelddenkers ontwikkelen daardoor vaak een eigen, vaak heel originele woordenschat, die tot op latere leeftijd doorspeelt. (Verbasteringen als aloge voor horloge, rontonde voor rotonde en stokkontakt voor stopcontact ).Verder kunnen beelddenkers in de babytijd een wat slordig, kwijlend mondje hebben, leren ze wat later lopen waarbij veel naar hun eigen voeten wordt gekeken alsof ze willen zien wat ze doen.
Als peuter hebben ze een groot inlevingsvermogen. Fantasiespelen gaan ze helemaal in op. Hierdoor kunnen heftige driftbuien het gevolg zijn als het kind uit zijn spel wordt gehaald omdat hij bijvoorbeeld naar bed moet. Bouwmaterialen, zoals lego en de blokken, zijn favoriet en verder kunnen ze een hardnekkig doorzettingsvermogen aan de dag leggen.

Bij het ouder worden, blijft de taalontwikkeling vaak achter bij de leeftijdsgenootjes. Ze kunnen moeilijk iets onder woorden brengen, hangen graag de clown uit, zijn speels en hebben moeite met ruzie en conflicten. Beelddenkende kinderen zijn emotioneel erg kwetsbaar, kunnen zich wat moeilijker concentreren, hebben een groot gevoel voor humor en vertellen vaak de prachtigste fantasieverhalen.

Basisschool en Beelddenken

Basisschool en beelddenken

Eenmaal op de basisschool wordt er door de leerkracht veel nadruk gelegd op volgorde en details en dat zijn nu net de zaken waar beelddenkers wat moeite mee hebben.
Het onthouden van de letters en bijbehorende klanken geeft dan vaak problemen. Deze problemen kunnen we al tegenkomen in groep 2, omdat de kinderen in groep 2 al een aantal letters moeten kennen. Het is dan handig om met het programma `Spelen met letters` een beperkt aantal letters (6) aan te leren. Dit geeft de beelddenker een voorsprong zodat hij vanuit zelfvertrouwen groep 3 binnenstapt.
We hebben voor ouders een e-guide gemaakt om thuis te `Spelen met letters`.
Het automatiseren van bijvoorbeeld de tafels of sommen onder de 20 gaat vaak moeizaam en bij het spellen maken ze vaak veel oriëntatiefouten: de letter s wordt een z, of de f wordt een v.

Ook taalregels worden slordig gehanteerd. Beelddenkers gaan voor de inhoud en niet voor de juiste vorm. Ze komen daardoor wat slordig over, maar weten heel goed waar een tekst globaal over gaat. Details onderscheiden is vaak hun moeilijkste kant.

Beelddenkers kijken meer naar overeenkomsten (Wat weet ik al? Wat had ik ook al weer net zo gedaan?) in plaats van naar verschillen.

Ze hebben een grote vrijheidszin en een brede belangstelling, hebben een goed geheugen voor gebeurtenissen en belevenissen en zijn sociaal zeer bewogen.

Gaat beelddenken over?

Gaat beelddenken over?

Om maar meteen antwoord te geven: NEE! Maar wij zien beelddenken als een talent. Alleen binnen het onderwijs is het een lastig talent!
Uit studies is bovendien gebleken dat beelddenken aangeboren en erfelijk is. Vaak herkent een van de ouders bij het lezen van deze brochure veel van zichzelf en/of zijn vader en/of moeder. Dat is aan de ene kant prettig, want zo'n ouder kan het beelddenkende kind goed begrijpen en helpen, maar aan de andere kant geeft het aan dat beelddenken in de familie blijft en niet 'overgaat'.

Beelddenken is dus een verworvenheid en geen stoornis of mankement. Er wordt wel eens gezegd dat beelddenken een lastige gave is waar de omgeving vaak geen begrip voor heeft. Er wordt geleefd vanuit het gevoel en de beleving. Het kijken gaat voor het luisteren.
Het probleem zit 'm in de zeer gestructureerde talig ingestelde maatschappij waarin wij opgroeien.
Het is voor beelddenkende mensen dan ook moeilijk om zich daaraan aan te passen.

Een beelddenker heeft niets met tijd!

Tijd zegt een beelddenker niets.

Gedurende hun hele schooltijd, ook op de basisschool, hebben beelddenkers het idee dat ze zeeën van tijd hebben, meer zelfs dan ze in werkelijkheid hebben. Tijd zegt hen niet veel! Ze vergeten afspraken, hebben geen interesse in klokkijken en komen tijd tekort.
Door hun haast zijn beelddenkers vaak slordig.

Ze reageren te snel bij het eerste het beste woord en luisteren niet meer verder. Ze denken het wel te weten! Omdat ze de oplossingen voor vraagstukken / problemen al in hun hoofd 'zien', zijn ze geneigd te denken dat ze hun huiswerk wel weten, terwijl de leerstof nog niet verankerd is. Omdat beelddenkers in hun gedachten allerlei sprongen maken, komen ze soms wat chaotisch over en zijn ze gebaat met korte, duidelijke opdrachten/ afspraken.
Hulpmiddelen als briefjes, agenda's en planborden willen ook nog wel eens helpen.

Beelddenken en voortgezet onderwijs

De overgang van de vertrouwde basisschool naar de brugklas is voor veel leerlingen lastig de eerste weken. Zij komen van een school waar zij de oudste leerlingen waren en behoren op hun nieuwe school voor voortgezet onderwijs ineens tot de kleintjes. Waar zij op de basisschool rustig en overzichtelijk de hele dag in één leslokaal van één leerkracht les hadden, moeten zij nu elk lesuur naar een ander leslokaal met een andere docent. Dat is zoeken in het begin in zo’n groot gebouw.

Onze beelddenkers hebben op de basisschool aardig met hun beelddenkende talenten leren omgaan, maar het chaotische associatieve denken komt in het voortgezet onderwijs weer helemaal terug. Dit heeft niet alleen te maken met alle veranderingen in de brugklas, maar ook de ontwikkeling van het puberbrein speelt daarbij een grote rol. 

Beelddenkers ondervinden ook in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs problemen met het leren van de nieuwe talen. Het meeste leed is echter geleden vanaf de derde, vierde klas in het voortgezet onderwijs. De onderbouw van het voortgezet onderwijs is gericht op reproduceren. Daar is een beelddenker niet zo goed in. Daarna is het voortgezet onderwijs meer gericht op het verwerven van inzicht en doorzicht. Daar zijn beelddenkers sterk in! Er hoeft minder uit het hoofd te worden geleerd.

Veel beelddenkers slagen dan ook glansrijk voor hun Havo of VWO diploma, mits er een goede en consequente begeleiding is geweest van zowel de school als van de ouders.

Herkenning?

Door het lezen van bovenstaande tekst, en het (h)erkennen van een aantal beelddenkende kenmerken, ben je nieuwsgierig geworden, maar waarschijnlijk ook bezorgd.

Wil je nog meer informatie over Beelddenken en wetenschappelijke onderbouwing?

Het artikel: `Wat houdt beelddenken in' geeft inzicht, verantwoordingen vanuit de wetenschap en nog meer uitleg over beelddenken.

Wil je Beelddenkers ondersteunen vanuit hun talenten?

Opleidingen via e-learning

Beeld en Brein Coach 2.0 en Beeld en Brein Master Beelddenken
voor leerkrachten, kindercoaches, remedial teachers, betrokken ouders en andere begeleiders van beelddenkers.

NIEUW voor ouders

We hebben nu de Beeld en Brein Club voor ouders waar je alles in één-platform kunt vinden voor de ondersteuning van jouw beelddenker.

Herkenning?

Wil je een indicatie of je beelddenker bent?