Wat houdt faalangst in?

Wat is faalangst?

We zien vaak faalangst ontstaan bij beelddenken. Dit heeft te maken met hoe een beelddenker informatie verwerkt. In dit blog geef ik uitleg hoe dat komt.

Wat houdt faalangst in?

`Ik mag geen fout maken!`

Deze week begeleidde ik een jongen Vincent van 4½ jaar. Hij vond school niet meer leuk en ging met buikpijn naar school. Het blijkt dat Vincent al faalangst heeft ontwikkeld op deze jonge leeftijd.

Na wat spel- en tekenoefeningen kwam ik er achter dat hij dacht dat hij alles goed moest doen op school.
Vincent is er van overtuigd dat hij geen fouten mag maken. Ik schrok, nog maar 4 jaar en dan al denken dat je geen fouten mag maken!
Hij heeft ouders die het beste voor hem willen en hem zeker niet onder druk zetten! Dus waar komt deze gedachte vandaan dat je op school geen fouten mag maken? Ik ging aan het werk met de RET methode.

Wat is de RET methode?

Dit staat voor Rationele Emotieve Therapie, waarbij we uitgaan van het feit dat denken en voelen gekoppeld is aan elkaar. Als je denkt: Als ik maar geen fout maak, voel je geen zelfvertrouwen en krijg je misschien buikpijn of een ander naar gevoel. Met een jong kind teken ik de RET in een soort mindmap.

Helpende gedachten

Vincent leerde de helpende gedachte IK MAG EEN FOUT MAKEN. Hij keek me met die grote blauwe oogjes aan en… zijn ogen gingen stralen. Ja natuurlijk mag je een fout maken. Als je alles meteen goed doet, hoef je immers niet meer naar school!

Elke leerling een flyer

Omdat ik bij zoveel kinderen merk dat zij denken dat zij geen fouten mogen maken, lijkt het me een uitdaging om elke leerling een flyer te geven met de helpende tekst: IK MAG EEN FOUT MAKEN. Als de leerling zich er van bewust wordt dat fouten maken mag, wordt er mogelijk minder faalangst ontwikkeld. En…wordt leren en school leuker!

Onder aan dit blog kun je de flyer gratis downloaden.

Wanneer spreken we van faalangst?

Het kind is bang om het niet goed te doen in situaties waarin het wordt beoordeeld. We noemen angst faalangst wanneer de angst een belemmering vormt voor de schoolresultaten en het leven van een kind. Door de faalangst ontwikkelt een kind een negatief zelfbeeld. `Ik doe het toch nooit goed!` `Ik voel me dom!` `Ik zal wel weer een onvoldoende halen!` `Ik zie er niet uit!`

De eerste gedachte is vaak het lukt toch niet. Er wordt pas over faalangst gesproken als iemand zo gegrepen is door de angst voor mislukking dat zijn presteren er ernstig onder lijdt. Het eerste dat opvalt bij faalangst is: `Er komt niet uit wat erin zit.`

Drie groepen faalangst.

Faalangst is te verdelen in drie groepen:

  1. cognitieve faalangst;
  2. sociale faalangst;
  3. motorische faalangst.

Cognitieve faalangst

Cognitie is het leervermogen in mensen. Voor kinderen met cognitieve faalangst is het moeilijk te laten zien wat zij aan kennis hebben opgedaan. Door de faalangst blokkeert het kind op momenten dat het moet presteren. Het kind presteert onder het niveau bij een toets of bij een examen door de faalangst. Veel gehoorde zinnen zijn dan:

`Als ik maar geen onvoldoende haal.`

`Ik haal toch weer een twee!`

`Als het maar goed gaat!`               

`Als ik het nog maar weet!`

 Sociale faalangst

Kinderen met sociale faalangst vinden het moeilijk om hun mond in een groep open te doen. We zien vooral bij spreekbeurten de faalangst de kop opsteken. Kinderen met sociale faalangst zeggen vaak:

`Als ik maar uit mijn woorden kom!`

`Wat zullen zij van mij denken!`

`Ze kijken allemaal naar me!`

`Als ik maar niet rood word!`

Veel kinderen vinden een telefoongesprek ook heel `eng`.

`Dan weet ik niet wat ik moet zeggen!`

`Ik zie de ander niet en dan weet ik niet hoe ik moet reageren!`

We zien sociale faalangst ook veel bij slimme kinderen.

Motorische faalangst

Wanneer de motoriek van het lichaam het kind in de steek laat, staat het kind letterlijk stijf van de motorische faalangst. Deze angst kan bijvoorbeeld optreden bij de gymles of een autorijexamen. Bij het autorijexamen horen we dan vaak:

`Mijn been trilde, ik wist niet meer waar het gaspedaal en het rempedaal zat.` `De examinator zei ga rechtsaf en ik ging links!`

Bij de gymles ontwikkelen zwak motorische kinderen vaak een (faal)angst. Zij worden meestal als laatste gekozen bij het samenstellen van een team. `Als ik maar niet als laatste gekozen word!` Bij toestellen als de bok is het lastig om over de bok te komen. `Als ik de bok maar niet meeneem!`

Angst als karaktereigenschap

Let op! Een aantal kinderen voelt altijd en overal angst en onzekerheid. Ook als er geen aanleiding toe is. We noemen deze angst, `angst als een karaktereigenschap`. Dit is geen vorm van faalangst. Er is pas sprake van faalangst als de angst gekoppeld is aan een bepaalde taak of een bepaalde opdracht.

Wat kunnen we doen bij faalangst?

Na mijn jarenlange ervaring met het begeleiden van kinderen met leerproblemen, ben ik ervan overtuigd dat een kind eerst STERK in de wereld moet staan. Pas dan kunnen we leren of leerproblemen aanpakken. Starten we met een goede didactische begeleiding die aansluit bij de leerstijl van het kind, maar het kind heeft een blokkade door zijn onzekerheid, dan kunnen we niets beginnen! De nieuwe les- en leerstof zullen niet binnenkomen! Het kind is letterlijk geblokkeerd om nieuwe informatie op te nemen of de al aanwezige informatie te reproduceren.

De basis balans

Het kind STERK neerzetten doen we vanuit een juiste basis balans. Bij een goede Basis Balans ontwikkelt het kind:

  • zelfvertrouwen;
  • een goed zelfbeeld;
  • zijn talenten;
  • het mentaal sterk staan;
  • optimale samenwerking tussen beide hersenhelften.

Verschijnselen van faalangst

Kinderen met faalangst hebben vaak een negatief zelfbeeld. Ze voelen zichzelf dom, doen voor hun gevoel nooit iets goed en vinden zichzelf lelijk. Bij het leren en maken van huiswerk denken ze vaak: `Ik leer het nooit!` `Als ik maar geen onvoldoende haal!` ‘Ik snap nooit iets!`

Ze voelen zich niet lekker, hebben hoofdpijn, zijn misselijk, kunnen niet eten… De eventuele mislukking staat centraal. Deze kinderen blijven vaak onnodig urenlang leren. Juist omdat ze bang zijn dat ze weer een onvoldoende halen.

‘s Avonds kunnen ze dan moeilijk in slaap komen, terwijl ze de volgende ochtend al weer vroeg wakker zijn. De negatieve piekergedachte neemt de kinderen helemaal in beslag.

Het omgekeerde kan ook gebeuren. Kinderen leren helemaal niet, zij vluchten. `Ik kan het toch niet!`

De meest voorkomende verschijnselen op een rij:

  • overheersende gedachten zoals: morgen heb ik CITO;
  • slecht in slaap komen;
  • veel piekeren;
  • vroeg wakker ’s morgens;
  • hoofdpijnklachten;
  • buikpijn zonder aanwijsbare reden;
  • slecht eten;
  • negatief zelfbeeld;
  • vluchtgedrag.

Wat zijn kenmerken van gedrag bij faalangst?

Het gedrag van kinderen met faalangst kan heel verschillend zijn.

Overschreeuwen

Het kind kan bijvoorbeeld dingen overschreeuwen. Als het kind duidelijk laat merken dat het aanwezig is, zal het niet opvallen dat er faalangst in het spel is.

Clown uithangen

Of het kind gaat de clown uithangen. Als er om hem gelachen wordt, dan wordt de aandacht niet op zijn faalangst gevestigd.

Bagatelliseren

Dingen bagatelliseren kan ook een uiting van faalangst zijn. Bij het halen van een slecht cijfer zal het kind dan reageren met: `Wat maakt dat nou uit! Volgende keer haal ik het wel weer op!`

Slappe lach

Het zijn ook de kinderen die een overdreven manier van de slappe lach laten zien. Dit gedrag ontstaat door pure onzekerheid en nervositeit. Als het kind heel erg gaat lachen, valt het niet op dat hij ook rood wordt. En rood worden, voelt als afgaan. `Iedereen ziet dat ik het eng vind!`

Verstoppen

Het is lastig voor een faalangstig kind om op te komen voor zichzelf. Dat durft het kind niet. Iedereen kijkt je dan aan en luistert naar je. De aandacht op jezelf vestigen is iets wat een aantal onzekere kinderen absoluut niet wil. Dit type (faal)angstige kinderen willen zich liever verstoppen. Dit zijn de kinderen die niet opvallen.

Black out

In het allerergste geval krijgt het kind een black-out tijdens een toets. Dit is een vervelende, paniekerige ervaring!

Samengevat

De gedragingen op een rij:

  • dingen overschreeuwen;
  • dingen bagatelliseren;
  • overdreven manier van de slappe lach;
  • snel blozen;
  • geen vragen durven stellen;
  • bijzonder rustig en onopvallend gedrag;
  • niet voor zichzelf durven opkomen;
  • de clown uithangen;
  • concentratieproblemen;
  • een black-out.

Hoe komt het dat beelddenkers sneller faalangst ontwikkelen?

Omdat een beelddenker anders leert; een beelddenker leert overwegend vanuit zijn rechterhersenhelft.

Linker- en rechterhersenhelft

De linker- en rechterhersenhelft  hebben ieder hun eigen specifieke eigenschappen.

Beelddenken werkt voornamelijk vanuit de rechterhersenhelft, maar heeft wel de linkerhersenhelft nodig om optimaal te functioneren. En omgekeerd werkt taaldenken voornamelijk uit de linkerhersenhelft, maar heeft de rechterhersenhelft nodig om optimaal te functioneren.

Als metafoor gezien, kunnen we de volgende indeling maken:

Linkerhersenhelft is gericht op:Rechterhersenhelft is gericht op:


AnalyseGeheel
Auditief sterkVisueel sterk
TaalBeeld
Tijd en volgordeGelijktijdig

Beelddenken is een cognitieve stijl die voornamelijk vanuit de rechterhersenhelft werkt.

Wat betekent een cognitieve stijl?

Een cognitieve stijl geeft de manier aan waarop mensen denken, leren, waarnemen, informatie verwerken en problemen oplossen. Het is een aspect van iemand persoonlijkheid.

 Wat gebeurt er bij faalangst?

Bij faalangst neemt de linkerhersenhelft de leiding. Dit betekent dat we bij (faal)angst gericht zijn op details en we niet meer het geheel overzien. En dat is nou net wat een beelddenker nodig heeft; het geheel. Hij leert vanuit het geheel, maar bij faalangst neemt de linkerhersenhelft de leiding. Dus de beelddenker is het overzicht kwijt. De beelddenker is niet alleen het overzicht kwijt. Hij kan geen informatie meer verwerken op zijn eigen wijze. Daardoor zien we veel kinderen faalangst ontwikkelen die voornamelijk leren vanuit het rechterhersenhelft, het beelddenken.

Je ziet een ongeluk

Denk maar eens aan het feit dat je een ongeluk ziet gebeuren, je bent meteen gericht op het slachtoffer en vergeet de omgeving. Je bent gericht op details en verliest het geheel (de omgeving) uit het oog. Je handelt vanuit je linkerhersenhelft.

Wetenschappelijk onderzoek

Uit onderstaand wetenschappelijk onderzoek kwam naar voren dat de linkerhersenhelft de leiding neemt bij (faal)angst. We zijn onder stress en angst gericht op details en overzien het geheel niet meer.

Het National Institute of Mental Health bij Washington DC heeft onderzoek gedaan naar de werking van het brein en (faal)angst. De neuroloog Ahmad Hariri (2002) heeft dit onderzoek geleid.

Bij dit onderzoek is gebruikgemaakt van een fMRI (functionele Magnetic Resonance Imaging). Een fMRI kan beelden vangen van een brein in actie. Personen binnen in de fMRI werden verschillende opdrachten gegeven om te kijken welke gebieden van het brein actief zijn bij een bepaalde opdracht.

Tijdens het onderzoek liet men personen naar beelden van scènes kijken. Met de fMRI werd gekeken welke gebieden van het brein actief waren bij het zien van beelden met geweren, zwaaiende slechteriken of vergelijkbare situaties. Het onderzoek liet zien dat de linkerhersenhelft de leiding neemt bij faalangst.

Samengevat

Beelddenkers zijn gevoelig voor faalangst.

Binnen het onderwijs ontwikkelt een beelddenker sneller faalangst. Dit is vooral toe te schrijven aan het feit dat iemand bij faalangst automatisch zijn linkerhersenhelft inschiet. En de beelddenker heeft zijn rechterhersenhelft nodig om te leren!! Hij verliest het overzicht en is zichzelf letterlijk en figuurlijk kwijt!

Ik wens je zoon of dochter een ontspannen schooltijd zonder faalangst!

Anneke Bezem

Wat kunnen we doen bij faalangst?

Het e-book STERKerSTAAN de spil bij faalangst geeft antwoorden.

Het E-book over faalangst geeft veel praktische oefeningen die zijn gebaseerd op het Basis Balans Model. Bij een goede Basis Balans ontwikkelt het kind zelfvertrouwen, een juist zelfbeeld, zijn talenten, mentaal sterk te staan en een optimale samenwerking van de hersenhelften. Het E-book bevat naast de vele oefeningen die zowel thuis als in klassenverband kunnen worden gedaan een signaleringslijst .

Auteur:  Anneke Bezem M.Sc.

Ik ben geïnteresseerd in het E-book over faalangst.

Leerkrachten

Wat kunnen leerkrachten doen bij faalangst?

We verzorgen ook de e-learning STERKerSTAAN Coach voor leerkrachten, kindercoaches, studiebegeleiders en andere begeleiders.

De opleiding is gevalideerd door registerleraar.

Download gratis de flyer IK MAG EEN FOUT MAKEN.

flyer

Naar de faalangsttest.